In ‘Drijfveren’ spreken we met apothekers en huisartsen over hun vak, ambities en keuzes die ze maken. Oftewel: ‘Wat bezielt uw collega?’ In deze editie spreken we met Sylvana Hazenveld, huisarts bij Huisartsenpraktijk Antonius in Den Bosch.

De lente is prachtig, met veel zon en blauwe luchten waartegen kleurige bloesem helder afsteekt. Het lijkt wel alsof de natuur ons wil troosten. Ook in Den Bosch zijn de straten van deze normaal zo bruisende stad leeg. Huisartsenpraktijk Antonius ligt in het oude centrum. De gerenoveerde Antoniuskapel vormt de indrukwekkende ingang van deze praktijk. De wachtkamer is nagenoeg leeg als huisarts Sylvana Hazenveld me met een brede glimlach welkom heet. In het gesprek dat volgt, blijkt ze te beschikken over de veer- en daadkracht die zo hard nodig is in deze onzekere tijd.
Sylvana nam de huisartsenpraktijk, die ze samen met haar man Robert runt, in 2018 over. Er staan inmiddels 4600 patiënten ingeschreven maar dit aantal is groeiende. De patiëntenpopulatie bestaat uit een mix van echte Bosschenaren, werkende mensen, studenten, mensen met een niet westerse achtergrond, jong en oud, van laag sociaal tot hoogopgeleid. Kortom een echte stadspraktijk.
Ik zag je op TV, las over je in de Volkskrant. Wie is Sylvana?
Sylvana: “Ik kom uit de Randstad en heb de opleiding tot huisarts in Maastricht gevolgd. We hebben drie kleine kinderen en wonen in Brabant omdat ik in de Randstad minder goed gedij. Klinkt cliché maar toch: het is hier wat gemoedelijker. Tegelijkertijd hanteer ik de directheid uit het westen nog steeds en gek genoeg past dat perfect bij de mentaliteit van Bosschenaren. Het wordt zelfs gewaardeerd. Als kind wilde ik al dokter worden. Echt het klassieke verhaal van het meisje dat naar alle doktersseries keek. Daarnaast vind ik ondernemen leuk en dat kan in dit vak.”
Ondernemen in de zin van?
“Een huisartsenpraktijk is in zekere zin ook een onderneming. Robert en ik hebben allebei veel ideeën om een praktijk beter te organiseren. Want een goed lopende organisatie leidt tot betere zorg. Voor werknemers is het prettig als afspraken helder zijn, patiënten merken ook als er rust is. We bedenken voortdurend innovaties die we vervolgens in de praktijk uitproberen. Zo hebben we vorig jaar een huisartsenpraktijk in Uden overgenomen waar we een nieuw concept uitrollen. We merken namelijk dat sommige jonge huisartsen liever geen praktijkhouder meer willen zijn. Ze willen inhoudelijk met hun vak bezig zijn maar niet met financiële administratie, personeelszaken en contracten. Dat stukje backoffice nemen wij over omdat wij het wél leuk vinden om te doen. De huisartsen in deze praktijk in Den Bosch werken al op deze manier en kunnen zich volledig op zorgverlening toeleggen. De formule werkt.”
Uden en Den Bosch zijn behoorlijk getroffen door het coranavirus. Hoe heb je dat ervaren?
“In het begin was het chaos. We werden overspoeld met informatie. Daarom heb ik al snel de updates geclusterd. Deze stuur ik nu eens in de zoveel tijd naar de medewerkers zodat ze op de hoogte zijn van de meest recente afspraken rondom COVID-19. Ook hebben we in Den Bosch samen met vier andere praktijken een corona-spreekuur opgezet. Dat spreekuur is op deze locatie. We hebben de praktijk achter afgesloten zodat patiënten niet in contact komen met het ‘schone’ gedeelte. Ik haal patiënten buiten op, met mondkapje, handschoenen en beschermende overall. Om op mondkapjes te besparen doet één huisarts het coronaspreekuur. Dat hebben we in Uden ook zo gedaan. Na anderhalve week was er weer structuur en heerste er een nieuw normaal.”
Je bent ook betrokken bij herinrichting van het zorghotel naast ziekenhuis Bernhoven
“Wij zijn als huisartsen aan dit zorghotel verbonden maar nu zijn er tijdelijk cohortafdelingen met coronapatiënten gemaakt. Omdat in de huisartsenpraktijken alles onder controle was, had ik tijd om de organisatie daar mee op poten te zetten. Echt een klus voor een regelneef als ik. BarbantZorg regelde de medewerkers, faciliteerde de locatie en de beschermingsmaatregelen. Samen met de specialisten ouderengeneeskunde hebben we een aantal zaken opgezet. Heel praktisch: hoe ga je visite lopen, waar komen de mensen te liggen, welke protocollen hanteer je en hoe werken bepaalde systemen. Hiervoor heb ik een inwerkdocument gemaakt. Om dit naast mijn werk te doen, moet ik me kunnen focussen dus ik heb in die week geen patiënten gezien.”
Heeft de crisis van nu invloed op de zorg van morgen?
“Digitaal werken heeft een grote sprong voorwaarts gemaakt. Ik hoop dat die digitalisering doorzet zodat patiënten niet altijd fysiek naar een spreekuur hoeven te komen. Soms kun je met videobellen ook veel voor mensen betekenen. Het maakt de zorg efficiënter. Daarnaast zien we nu veel corona-gerelateerde vragen en samen met mijn collega’s vraag ik me af: ‘Waar blijven de andere patiënten?’ Hebben ze geen klachten meer? Wellicht dat deze terughoudendheid ertoe leidt dat mensen inzien dat sommige kwalen vanzelf over gaan. Tegelijkertijd maak ik me wel oprecht grote zorgen over de patiënten die hier wél op het spreekuur hadden moeten komen.”
Ik loop naar buiten. Hier en daar fietst een eenzame fietser of loopt een baasje met verbaasde hond die alwéér uitgelaten wordt. Alleen de plaatselijke coffeeshop trekt wat publiek. Misschien is het allemaal weer anders als dit artikel verschijnt; tot op heden is het vooral onwerkelijk.