In ‘Drijfveren’ spreken we met huisartsen en apothekers over hun vak, ambities en keuzes die ze dagelijks maken. Oftewel: ‘Wat bezielt uw collega?’ In deze editie: Linda de Graaf apotheker en freelancejournalist.

Linda de Graaf zwaait de voordeur van haar huis open. “Ik hoorde je al aankomen”, roept ze vriendelijk. “Kom binnen.” Linda woont in Hattem, Hanzestad op de Veluwe. Een interview met Linda voelt een beetje als een tandarts die naar de tandarts gaat. Want Linda is naast apotheker óok tekstschrijver. En dat is niet alles. Ze is een fervent zeiler, openbaar apotheker bij Apotheek Heerde, freelancejournalist bij DGSI Editing, lid van NOVA (vereniging voor vrouwelijke apothekers) én ze noemt zichzelf feminist. Dat laatste zegt ze wel met een glimlach die het midden houdt tussen: ik meen het echt, en ik weet ook wel dat het een term uit de jaren 70 is.
Je studeerde af in 1999 maar ging niet in een apotheek werken?
Linda: “Mijn eerste baan was bij het Nederlandse Bijwerkingen Centrum Lareb. Als regiocoördinator beoordeelde ik meldingen van bijwerkingen, gaf nascholing over geneesmiddelenbewaking en schreef over bijwerkingen van geneesmiddelen. Mijn collega’s waren artsen, specialisten, apothekers en epidemiologen. Het was inhoudelijk werk en de samenwerking met andere disciplines vond ik heel boeiend. Bij Lareb is ook mijn liefde voor het schrijven ontstaan. Na vijf jaar heb ik de overstap gemaakt naar de redactie van het Pharmaceutisch Weekblad. Wederom een leuke baan omdat ik vaak in aanraking kwam met mensen die enthousiast zijn over wat ze doen en daar graag over vertellen. Dat werkt aanstekelijk en inspirerend.”
Daarna ben je toch openbaar apotheker geworden.
“In 2008 ben ik begonnen aan de registratie openbaar apotheker specialist. Het was een openbaring want ik vond het contact met patiënten veel leuker dan verwacht. Daarna voelde het als een logische stap om beherend apotheker te worden maar dat bleek, gegeven de omstandigheden destijds, niet te werken voor mij. Dus ben ik in 2013 voor mezelf begonnen. Ik neem nu waar bij langdurig verlof, ik schrijf, doe medicatiebeoordelingen en werk op projectbasis bij Apotheek Heerde. Een echte dorpsapotheek waar je de patiënten en zorgverleners goed leert kennen. Ik heb het daar erg naar mijn zin.”
Wat voor apotheker ben je?
“Ik ben niet snel tevreden want zorg verlenen kan altijd beter, efficiënter en professioneler. Ik ben niet zozeer van het verzinnen van nieuwe dingen, maar wel van het optimaliseren en implementeren van projecten die al door anderen zijn bedacht. Die drive zit nu eenmaal in me; waarom zou je tevreden zijn als het beter kan?”
Kun je daar een praktijkvoorbeeld van geven?
“Er zijn patiënten die al jarenlang een baxter krijgen. Die baxter krijgen ze automatisch thuisbezorgd en voor je het weet raakt deze groep buiten beeld. Als zorgprofessional kun je denken: ik hoor niks dus het zal wel goed zijn. Totdat tijdens een medicatiereview blijkt dat een patiënt een te lage, niet effectieve dosis gebruikt en daar wel bijwerkingen van heeft. Patiënten kunnen zéggen dat het goed gaat en nemen bijwerkingen voor lief, accepteren kwalen omdat ze denken dat ze erbij horen. Wat mij is bijgebleven was een mevrouw die benauwd was en zich moe voelde en daardoor zo depressief was dat zij niet meer wilde leven. Ze gebruikte een ACE-remmers, Angio-oedeem is een bekende bijwerking van deze middelen. Zij is met dit middel gestopt en voelde zich al snel veel beter. Ze kon het leven weer aan. Dat geeft veel voldoening en heeft me ook gesteund in mijn overtuiging dat we het niet altijd goed doen met geneesmiddelen.”
Nogal een uitspraak voor een apotheker?
“Kijk eens naar cholesterolverlagers. Er wordt intensief mee behandeld ook al klagen veel patiënten over bijwerkingen als spierpijn. Sommige mensen leven langer met een cholesterolverlager, maar hoeveel mensen moet je behandelen om éen hartinfarct te voorkomen? Ik vind dat we patiënten duidelijk moeten voorlichten over preventieve medicatie. Met behulp van de number needed to treat en de number needed to harm. Niet alleen bij de eerste uitgifte maar ook na verloop van tijd. Zijn bijwerkingen nog steeds acceptabel? Staan ze nog in verhouding tot het doel van de behandeling? Apothekers moeten een kritische rol spelen bij deze voorlichting, zodat patiënten een weloverwogen keuze kunnen blijven maken.”
Je bent lid van NOVA: vereniging voor vrouwelijke apothekers. Is dat in 2019 nog nodig?
“Goeie vraag. NOVA is een netwerk waarin leden elkaar ondersteunen om hun persoonlijke en professionele doelen te bereiken en hun positie in de farmacie kunnen verbeteren. En ja een vereniging als NOVA is nodig, want vrouwen verdienen bijvoorbeeld nog steeds minder dan hun mannelijke collega’s. En hoewel een meerderheid van de studenten farmacie vrouwelijk is, is het aantal vrouwelijke beherend apothekers in de minderheid. En als er een afweging gemaakt moet worden tussen werk en privé, zijn het nog steeds vaak de vrouwen die kiezen voor thuis. Wat daar nog bij komt is dat vrouwen kritisch zijn op elkaar; zij nemen elkaar de maat over de keuzes die ze maken. Via NOVA kunnen we begrip krijgen voor elkaar. Ik heb respect voor alle keuzes die vrouwen maken maar die keuzes moeten wel vrijwillig en vrij zijn. Het is dezelfde vrijheid die ik bepleit voor patiënten die goed geïnformeerd keuzes maken over hun eigen behandeling.”
De eerste lentezon heeft de Veluwe in bloei gezet. Het frisse groen in bomen en struiken betovert iedere dag meer en meer. Vogels schrapen hun kelen en zingen over de liefde. Ik ga nog even de historische binnenstad van Hattem bekijken voordat ik begin aan mijn rit naar het zuiden.
Dit artikel is eerder verschenen in FarmaMagazine 4 2019
Tekst en fotografie: Cai Vosbeek