
Diclofenac moet niet meer vrij verkrijgbaar zijn, maar alleen op doktersrecept. Dat is althans de stellige mening van onderzoekers in Denemarken naar pijnstillers. Ibuprofen, paracetamol en naproxen komen als redelijk ongevaarlijk naar voren, maar diclofenac kan ernstige gezondheidsproblemen teweeg brengen.
Dit blijkt uit het onderzoek, dat is verschenen in het vooraanstaande tijdschrift The BMJ. Een uitkomst dat in feite geen verbazing zou moeten wekken. Reeds in 2013 waarschuwde de EMA al voor de risicovolle bijwerkingen van Diclofenac, waaronder hartproblemen. Desondanks wordt deze pijnstiller in Nederland het meest voorgeschreven: in 2015 krijgen 1,2 miljoen mensen in ons land een doktersrecept voor Diclofenac.
Daarnaast is dit middel in ons land ook vrij verkrijgbaar. Bij de drogist gaat het dan om een dosering van 12,5 mg en van 25 mg bij de apotheek. Op doktersrecept kan het gaan tot 100 mg.
Onderzoek
Vorig jaar vroeg de EMA om meer onderzoek naar veilig gebruik van diclofenac. De Denen konden hierop snel inspringen. De meeste pijnstillers zijn in dat land namelijk alleen op recept verkrijgbaar. Daarbij wordt van alle inwoners bijgehouden welke medicijnen ze bij de apotheek halen, welke ziekten ze hebben en waaraan ze overlijden. Die data mogen voor onderzoek aan elkaar worden gekoppeld.
Hartziekte, maag- en darmbloedingen
Degenen die diclofenac bij hun apotheek afhaalden, kregen in de maand daarna 50 procent vaker een hartziekte vergeleken met Denen die geen pijnstiller gebruikten. Daarbij waren de ernstig zieken uitgesloten van het onderzoek. Tevens komt uit het onderzoek naar voren dat er 4,5 keer zoveel maag- en darmbloedingen zijn bij gebruik van Diclofenac als bij niet pijnstillergebruikers en 2,5 keer zo vaak als bij gebruikers van naproxen, paracetamol en ibuprofen.
Waarschuwing
Gezien de gezondheidsrisico’s vinden de onderzoekers het hoog tijd om het gebruik van diclofanac te reduceren. Deze pijnstiller zou beslist niet vrij verkrijgbaar moeten zijn en de verpakking moet een duidelijke waarschuwing bevatten.
Bron: BMJ, NRC.
Onder redactie van: Gerda van Beek