
De publieke sector speelt een steeds grotere rol in de financiering van de ontwikkeling van nieuwe medicijnen in het latere stadium. In het beginstadium vindt financiering vaak plaats door overheidsinstellingen of semioverheidsinstellingen. In een later stadium, zoals in een klinische trial, heeft veelal de farmaceutische industrie een belangrijk aandeel in de financiering. Echter: er lijkt een trend gaande te zijn, waarbij de publieke sector (zoals universiteiten en academische ziekenhuizen) ook de ontwikkeling in een later stadium voor een groot aandeel financiert.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek dat recent is gepubliceerd in het BMJ. De onderzoekers hebben daarbij alle medicijnen meegenomen die de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration) in periode 2008-2017 heeft goedgekeurd. Ze hebben onder ander gekeken naar de totstandkoming van de patenten waarop de medicijnen zijn gebaseerd. Als een patent in bezit was van een onderzoeksinstelling uit de publieke sector – zoals universiteiten en academische ziekenhuizen – of wanneer financiering door zo’n instituut werd genoemd, beschouwden ze het medicijn als gefinancierd door de publieke sector. Ze rekenden ook de spin-offs van deze instituten die zijn gebaseerd op dezelfde technologie of innovatie van een medicijn tot de publieke sector.
Uitkomsten
Dat leidde tot de volgende uitkomsten. Van de 248 goedgekeurde medicijnen
in de periode van 2008 – 2017 was 25% gefinancierd door de publieke sector in
een laat stadium van de ontwikkeling. Dit betrof voor 19% de onderzoeksinstituten
zelf en voor 6% spin-offs van een van deze onderzoeksinstituten. Dit aandeel is
groter dan de decennia daarvoor. Daarnaast bleek dat medicijnen gefinancierd
door de publieke sector een grotere kans hadden op goedkeuring van de FDA, dan
de medicijnen die de farmaceutische industrie financierde: 68% versus 47%.
Bron: NTvG