
Het bedrijfsleven is knarsend tot stilstand gekomen. De zorgsector moet juist alle zeilen bijzetten vanwege de snelle toename van het aantal mensen met een coronabesmetting. De NZa vindt dat de regelgeving de zorgprofessionals niet mag belemmeren in hun werk. Veilige en tijdige zorg aan patiënten staat voorop. Daarom gaat de NZa een regel in de medisch-specialistische zorg tijdelijk verruimen en maakt ze een nieuwe regel voor de langdurige zorg. Mochten zorgverleners barrières ervaren in het verlenen van zorg, hoort de zorgautoriteit dat graag.
Zorgaanbieders en zorgverzekeraars die knelpunten ontmoeten in de regelgeving, kunnen contact opnemen met de NZa. Op de website publiceert de NZa een overzicht van vragen en antwoorden.
Digitale consulten
Om de kans op besmetting te verkleinen en de druk op ziekenhuizen te helpen
verlichten, wordt de regelgeving voor face-to-faceconsulten tijdelijk verruimd.
Specialisten kunnen daarmee het eerste consult met een patiënt ook digitaal
doen. Zij kunnen dit declareren bij de zorgverzekeraar, zonder dat dit gevolgen
heeft voor de vergoeding. Mensen hoeven zo niet naar het ziekenhuis als dat
niet echt noodzakelijk is. De NZa heeft de NVZ en de NFU, de koepels voor
aanbieders van medisch-specialistische zorg, gevraagd om een concreet voorstel
voor deze verruiming, zodat dit in de praktijk uitvoerbaar is.
Extra kosten door
corona in langdurige zorg
Zorgaanbieders maken de komende periode mogelijk extra kosten, bijvoorbeeld
voor het isoleren en verplegen van besmette mensen en extra inzet van
personeel. De NZa maakt daarvoor een regeling die vergelijkbaar is met de al
bestaande BRMO-regel. Met de nieuwe regeling kunnen deze extra kosten in de
langdurige zorg worden vergoed. In verband met de ernst van de coronasituatie
kunnen zorgaanbieders hier ook achteraf een beroep op doen. Het streven is om
deze regeling uiterlijk 1 juli te publiceren.
Eerste lijn niet
genoemd
Ook in de eerste lijn is de druk enorm groot en ook hier zullen extra
kosten onvermijdelijk zijn. De NZa heeft het in
haar berichtgeving echter (vooralsnog?) alleen over de langdurige zorg,
niet over eerstelijnszorg.
Bron: NZa