Als de jaarlijkse uitgaven voor een nieuw medicament voor één of meer indicaties jaarlijks 20 miljoen euro of hoger zullen bedragen, belandt het eerst in de pakketsluis. Deze wijziging van de sluiscriteria treedt op 1 juli in werking.
Sinds 2015 wordt voor nieuwe dure intramurale geneesmiddelen de sluis toegepast om een beheerste instroom in het basispakket mogelijk maken. Door deze aanpak is in 2020 zo’n 383 miljoen euro bespaard. De ontwikkeling in uitgaven aan dure geneesmiddelen resulteert echter in verdringing van reguliere zorg. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt op basis van de pakketcriteria, in het bijzonder de effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid.
Verlagen grens
Om deze keuzes voor het basispakket te kunnen maken, is in het coalitieakkoord afgesproken om het beleid voor dure geneesmiddelen aan te scherpen en de grens voor de pakketsluis te verlagen van 40 miljoen euro naar 10 miljoen euro. Minister Ernst Kuipers van VWS heeft echter besloten om hiervan af te wijken, omdat hij op grond van de Horizonscan Geneesmiddelen verwacht dat bij zo’n verlaging veel intramurale medicijnen in de pakketsluis komen en toelating tot het basispakket te lang gaat duren. Hij stelde daarom een grens van 20 miljoen euro vast. In zijn brief aan de Tweede Kamer gaat hij nader in op dit besluit.
Overige criteria
De overige criteria voor plaatsing in de pakketsluis blijven gehandhaafd. De sluis blijft van toepassing wanneer de uitgaven van een intramuraal geneesmiddel voor één indicatie naar verwachting 10 miljoen euro of meer per jaar bedragen en het betreffende geneesmiddel voor de behandeling van deze indicatie 50.000 euro of meer per patiënt per jaar kost.
Foto: Martijn Beekman | Rijksoverheid