2014 is nu al een verloren jaar. Zorgverzekeraars gaan door met het huidige systeem voor betaling van farmaceutische zorg en werken onvoldoende aan een nieuw systeem. Aldus Martin Favié, oormalig voorzitter van de KNMP en de huidige frontman van de Bogin.
De man van de convenanten. Zo gaat Martin Favié vast de geschiedenis in. Als voorzitter van de KNMP onderhandelde hij met Hans Hoogervorst, de toenmalige minister van VWS, over terugdringen van de vermaledijde bonussen en kortingen. Met als resultaat het afsluiten van een reeks van convenanten tussen apothekers en VWS. Daarna was Favié weer openbaar apotheker en directeur zakelijke markt bij de VvAA. Toen hij die functie neerlegde hoopte hij het even rustiger aan te doen. Totdat de Bogin, de Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland, een beroep op hem deed om Frank Bongers op te volgen als voorzitter. De opdracht is helder: verbeter de positie van de generieke geneesmiddelfabrikanten. Geen gemakkelijke opdracht. Want generiek zit nog steeds in de hoek waar rake klappen vallen. Als voorzitter van de Bogin wil ook hij het preferentiebeleid veranderen. “Patiënten hebben in dit land niets te kiezen als het gaat om generieke geneesmiddelen.”
Hoe typeert u de toestand in de markt van apothekers?
“De farmacie zit in een transitiefase. Een fase die te lang duurt. Aan de ene kant ondergraven we een bestaand systeem door verlaging van tarieven en condities, maar bouwen aan een nieuw systeem gebeurt nauwelijks. Gevolg is dat apothekers worden geconfronteerd met financiële problemen en met onrust. Er is dan ook alle reden om nu snel te bouwen aan een nieuw systeem.”
Zorgverzekeraars durven niet
“Het rapport van de verkenners gaf mij hoop. En als dan ook de minister uitspreekt dat het afsluiten van de contracten toch echt anders moet dan heb je ook de verwachting dat zorgverzekeraars zich anders gaan opstellen. Niets van dat alles. Zorgverzekeraars draaien de duimschroeven van de apotheker nog verder aan. Ik ben dan ook teleurgesteld in de contracten die in de eerste ronde zijn aangeboden. Ik zie te weinig vernieuwing, te weinig experimenten, te veel doorgaan op de oude voet.”
Geef eens een voorbeeld?
“In veel contracten staat inderdaad dat medicatiereviews nu betaald gaan worden. Maar als je ziet tegen welke voorwaarden, dan zal het niet makkelijk zijn om dit breed in te gaan zetten, terwijl de maatschappij er wel om vraagt. Gaan we op deze lijn verder dan zal het de ontwikkeling van goede farmaceutische zorg vertragen. Dat is niet goed voor de patiënt. Die wil gewoon goede uitleg en begeleiding van zijn medicatie. Daar hoort ook een goede financiering bij die dat stimuleert .”
Preferentiebeleid heeft geleid tot 750 miljoen euro aan besparing
“Die bewering klopt niet. Zorgverzekeraars en de politiek hebben weliswaar altijd gezegd dat het preferentiebeleid 750 miljoen euro per jaar heeft opgeleverd, maar dat komt niet door het preferentiebeleid maar door het simpele feit dat veel geneesmiddelen de afgelopen jaren uit patent zijn gegaan en vervangen door veel goedkopere generieke geneesmiddelen. Het uit patent gaan van geneesmiddelen en de aanpassingen van de WGP hebben jaarlijks 600 miljoen euro aan besparingen opgeleverd. Het preferentiebeleid zelf leverde uiteindelijk 150 miljoen euro op volgens de berekeningen van de Nza. De eerste ronde preferentiebeleid zette de toon en heeft zijn effect wel gehad. Het heeft een extra duw gegeven om de prijzen nog verder te laten dalen. De rondes daarna leidden niet tot verdere prijsdaling maar alleen maar tot veel ellende op de werkvloer bij apothekers, onrust bij de patiënt en een tekort aan geneesmiddelen in de apotheek.”
Is er een tekort aan geneesmiddelen dan?
“De manier van aanbesteden, het spel tussen zorgverzekeraar en fabrikant, zoals dat nu wordt gespeeld leidt tot een tekort aan geneesmiddelen in de apotheek. Wint bij een aanbesteding een enkele partij, dan brengen ‘de verliezers’ hun voorraden terug of ze halen het product van de markt. Het aantal aanbieders neemt dan ook af. Kan een leverancier even niet leveren, dan stort het kaartenhuis in, zijn middelen niet meer leverbaar en is er volop verwarring bij apotheker en patiënt. Dit jaar was doxycycline twee maanden niet leverbaar. Maar het kan ook om andere geneesmiddelen gaan. Zorgverzekeraars kijken ook maar naar een aspect: de prijs. Kwaliteit, leverbaarheid, reputatie van de fabrikant, ze kijken er niet naar. Ik snap dan ook niet dat zorgverzekeraars dit systeem van aanbesteden handhaven. Ze hebben de angst dat als we een ander systeem introduceren de prijzen automatisch stijgen. Die angst is volgens mij ongegrond.”
Het voorstel van Favié is eenvoudig. Fixeer de geneesmiddelenprijs als een laag prijsniveau gerealiseerd is. “Bepalen van die prijs is niet zo moeilijk. Wij hebben een rekenmethodiek opgesteld, maar Vektis, het informatiecentrum van de zorgverzekeraars, zou dat ook kunnen berekenen. Binnen clusters stellen we het bedrag vast wat maximaal vergoed wordt. Onder dat niveau kunnen leveranciers met elkaar concurreren en vergoedt de zorgverzekeraar alle merken. Als de patiënt zijn eigen merk wil wat duurder is dan dit niveau, bijvoorbeeld het origineel, dan kan dat maar met bijbetalen. Zo heb je de garantie op lage prijzen en maximale keuzevrijheid voor de patiënt. En dat allemaal binnen de gestelde financiële kaders.”
Wat vinden zorgverzekeraars van deze systeemverandering?
“In maart dit jaar hebben we het plan gepresenteerd. Veel partijen vinden het een goed idee, maar zorgverzekeraars zeggen dat ze de competitie in ons voorstel missen: welke fabrikanten stappen hier in? Bovendien stellen zorgverzekeraars dat door het systeem van gefixeerde prijzen het voor kleinere fabrikanten moeilijker wordt om te concurreren met grotere partijen met een breder assortiment. Maar is het de taak van zorgverzekeraars om die kleine partijen een marktpositie te geven? Ik dacht het niet. Kennelijk nemen we het risico op tekorten in de apotheek voor lief.”
En de financiering van de openbare apotheek?
“Ik geloof in een model waarbij de apotheker betaald krijgt op basis van abonnementen voor chronische patiënten. Vergelijkbaar met hoe de huisarts wordt betaald. Heeft de patiënt een medicatiereview nodig volgens de richtlijnen dan krijgt hij dat ook. Dat is een onderdeel van het abonnement en geen extra verrichting meer. De discussie over hoe en hoeveel is dan ook weg. Tegelijkertijd gaat de fee voor distributie voor deze groep patiënten naar beneden. Je krijgt waar je voor betaalt. Ga je betalen voor zorg in plaats van betalen voor afleveren dan ben ik er van overtuigd dat je veel meer en betere farmaceutische zorg krijgt.”
Hoe komen we uit die impasse?
“Moed en leiderschap, en een verzekeraar die het experiment durft aan te gaan. Dat hebben we nodig. Het ontbreekt aan visie. De KNMP heeft duidelijk omschreven wat de toegevoegde waarde is van de apotheker. Ook de minister wil dat de apotheker een belangrijke plek heeft in de versterkte eerste lijn die er gaat komen. Maar we hebben kennelijk koudwatervrees. Laat ik eerlijk zijn, bij grote systeemveranderingen, want daar hebben we het over, zullen er ook verliezers zijn. Dat was zo in 1988 en in 2008. En niemand wil op voorhand bij die groep horen. Maar laten we eens met een pilot starten om zo ervaring op te doen met nieuwe manieren van financiering van farmacie en de apotheek. Hoe moeilijk kan dat nou zijn?”
Hoe kijkt u naar volgend jaar?
“2014 is volgens mij nu al een verloren jaar. We gaan door op de oude voet. Er is misschien hoop op een betere toekomst voor de farmacie, maar van hoop alleen kan men niet leven. Iedereen is het erover eens dat er wat moet gebeuren, nu nog de lef om door te pakken.”
[ [ De toekomst begint nu
“De toekomst is dichterbij dan je denkt. Ontwikkelingen gaan razendsnel. De invloed van ICT en sociale media op de rol van de apotheker zal dan ook groot zijn. De PC is aan het verdwijnen. Tablets en smartphones nemen die plaats in. E-health, zorg op afstand, zal ook de apotheek gaan raken. Apothekers gaan straks communiceren met de patiënt zoals die het wil en wanneer die het wil. Hebben we straks nog vaste locaties nodig voor het afhalen van geneesmiddelen of voor het verkrijgen van zorg? De apotheker als zorgverlener staat niet ter discussie. In de toekomst zullen we ook veel apothekers nodig hebben. Minister Schippers ziet ook een rol voor de apotheker in de wijk dichtbij patiënten. De toekomst is niet ver weg meer.”] ]