
In ‘Drijfveren’ spreken we met huisartsen en apothekers over hun vak, ambities en keuzes die ze maken. Oftewel: ‘Wat bezielt uw collega?’ In deze editie spreken we met Caroline Adang, AIOS Huisartsgeneeskunde bij Maastricht University.
Je bent nu en half jaar in opleiding voor huisarts. Hoe bevalt het?
Caroline: “Mijn verwachtingen komen tot nu toe uit. Het is toch altijd even afwachten want je stapt redelijk blanco in een opleiding. Tijdens mijn coschap bij de huisarts merkte ik dat het vak me erg aansprak, met name het individuele contact dat je met patiënten hebt. Als je als huisarts in een praktijk werkt, volg je patiënten over een langere periode. In de huisartsenpraktijk waar ik nu werk, zie ik dat mijn opleider een band heeft opgebouwd waardoor ze patiënten beter kan helpen. Ze kent de context en de sociale omgeving van een patiënt. Ik zie ook de passie die er bij de huisartsen is en dat stimuleert mij ook. Daarnaast vind ik het belangrijk dat je niet alleen arts bent, maar dat er ruimte is voor de mens die je daarnaast bent. Persoonlijke ontwikkeling leidt tot betere artsen. Die aandacht is er zeker in de opleiding. Wie ben je? Wat wil jij? Wat heb je nodig om goed te kunnen functioneren en hoe ga je daarin je weg vinden. De ruimte die ik hierin krijg, ervaar ik als prettig.
Je hebt niet geaarzeld om specialist te worden?
Voordat ik de keuze maakte voor huisartsgeneeskunde heb ik anderhalf jaar als ANIOS gewerkt in het ziekenhuis op de SEH en IC. En ik heb natuurlijk tijdens mijn geneeskunde studie, coschappen gelopen in het ziekenhuis. Ik vond het werk in het ziekenhuis erg interessant maar ik zag me zelf meer buiten het ziekenhuis werken omdat ik het gevoel heb dat ik me daar breder kan ontwikkelen. Als huisarts kun je kiezen om een eigen praktijk te runnen, maar je kunt ook het management uitbesteden. Wil je parttime werken of wil je opleider zijn, dat kan allemaal. Het is mijn ervaring dat je in het ziekenhuis meer moet passen binnen het frame dat bij een bepaald specialisme hoort.
“Ik vind het belangrijk dat je niet alleen arts bent, maar dat er ruimte is voor de mens die je daarnaast bent. Persoonlijke ontwikkeling leidt tot betere artsen.”
Wat voor huisarts wil je zijn?
Ik ben natuurlijk nog maar net begonnen… het lijkt me fijn om in een grotere groepspraktijk te werken. Want ik hou echt van samenwerken met collega’s, daar haal ik veel voldoening uit. En als ik mag kiezen zou ik praktijkhouder willen zijn, geen waarnemer. Als waarnemer switch je tussen verschillende praktijken en ik vind het juist prettig als je je collega’s en patiënten goed leert kennen. En als ik nog even door mag fantaseren dan lijkt het me ook fijn om met meerdere disciplines onder één dak te zitten. Met een fysiotherapeut, een apotheker en diëtist of logopedist. Dat lijkt me handig en vooral nuttig.
Hoe komt het volgens jou dat er een tekort is aan huisartsen?
Volgens mij is er een tekort door een stijgende zorgvraag. Ziekenhuizen laten meer aan huisartsen over, er zijn problemen bij de GGZ en natuurlijk spelen vergrijzing en deeltijd werken een rol. Net als de rijksoverheid die elk jaar bepaalt hoeveel studenten mogen beginnen aan de opleiding. Verder denk ik dat het tekort te maken heeft met de geneeskunde opleiding waarin je erg ziekenhuis-minded wordt opgeleid. Je hebt drie jaar coschappen; waarvan twee-en-een-half jaar in het ziekenhuis. Dat staat niet in verhouding tot het aantal artsen dat uiteindelijk daadwerkelijk in het ziekenhuis gaat werken. Ik heb de exacte getallen niet paraat maar ik geloof dat het maar een derde is. Daarom denk ik dat er meer aandacht mag zijn voor specialismen buiten het ziekenhuis.
Wat vind je van de samenwerking tussen eerste en tweede lijn?
De lijnen mogen meer naar elkaar toegroeien door meer onderling overleg. Er zijn mooie voorbeelden van, zoals Telederma waarbij de huisarts een foto naar een dermatoloog stuurt die de huidafwijking mede beoordeelt. Dat kan ook met andere specialismen en dit gebeurt in sommige regio’s ook. Als huisarts schets je de situatie van een patiënt, dit zijn de vragen, hoe kunnen we dit samen aanpakken en wat zijn de controlemomenten waarop je iemand wél doorstuurt. Overleg via een online platform heeft bovendien als voordeel dat de specialist het werk kan uitvoeren op het moment dat het hem of haar uitkomt. Veel vragen die gesteld worden hoeven namelijk niet direct beantwoord te worden. Op deze manier kan het aantal ziekenhuisbezoeken teruggedrongen worden. Op regionaal niveau zijn er veel samenwerkingsverbanden maar er zouden op landelijke niveau best meer afspraken over gemaakt mogen worden.