Pas geleden was ik in Artis. Geweldig en natuurlijk ben ik naar apen gaan kijken. Om precies te zijn de bavianen. Die hebben van die koddige rode achterwerken. Als kind heb ik er vaak gebiologeerd en ietwat verlegen naar staan kijken. Die malle, rare, drukke apen. De onderdanige vrouwtjes, de schattige kleintjes en de bazige mannetjes.
Ze waren nog niets veranderd. Ze vechten nog steeds om de beste plaats op de rots of een tak en draaien elkaar krijsend hun rode kont toe. Terwijl ik de wedijverende apen bekijk, moet ik ineens aan het Nederlands Elftal denken. Aan Arjen Robben om precies te zijn. Hij lijkt wel een beetje op zo’n klein aapje. Mager, kortharig en met slungelige armen. Niet de allerkleinste, maar wel te klein om echt de baas te kunnen spelen. En dan toch met grote gebaren “Hou je bek!” krijsen naar de grijze alpha-aap van Marwijk. Deze kijkt wat verweest om zich heen. De Baviaan met lange manen heeft wel iets weg van Geert Wilders. “Doe es normaal man!”, Deze alpha-aap lijkt vooral met zichzelf ingenomen. Veel krijsen, forse rode kont, vast een klein pikkie.
Ik ben al sinds mijn vroege jeugd gek op het bestuderen van apengedrag en… het gedrag van mensen. Ik weet nog precies hoe mijn oma aardappels aan het schillen was, die handen… Vroeger leunde ik bij de apen met mijn kin op de muur. Zo kon ik het net zien. Het profiel van de steen stond dan in mijn kin. Als ik nu een apenrots wil zien ga ik op de tribune van de Tweede Kamer zitten. Dit zijn gelukkige weken voor mij. De apenrots van de verkiezingen. Daar kan geen WK tegen op. De lijsttrekkers laten hun borstkassen zwellen, poetsen hun manen op en grommen en grauwen naar elkaar. Ze laten hun tanden zien, blazen en gillen. Desnoods draaien ze, als het echt moet elkaar hun kont toe. Wij kiezers zijn de groene blaadjes, die ze moeten grijpen voor de ander het heeft gedaan. In deze biotoop zijn het net bavianen die zich hyperventilerend uit laten over de zorg. De zorgaanbieders zijn er zelf ook. Ze voelen zich wellicht net als in het echte leven verongelijkt en buitengesloten. Behalve een handjevol frauderende wetenschappers en managers met een berg aan oprotpremies, zijn de zorgaanbieders geen activiteit met een hoge bezienswaardigheid. Ze hebben tot hun eigen frustratie weinig bekijks. We lopen er langs en gunnen ze nauwelijks een blik waardig.
Politiek en zorg; ze halen het beest in de mens naar boven. Misschien moeten de dames en heren uit Den Haag ook maar eens naar de dierentuin komen om te kijken hoe de echte alpha’s op de rots het aanpakken. Kunnen ze misschien nog wat leren. Met enige weemoed wend ik mij af van de krijsende Bavianen. Ik moet naar huis om nog een rapportage aan te leveren. Nog vier, drie, twee, één seconde en ik draai de bavianen mijn eigen forse kont toe. Weg hier, weg van de apen. Want sjongejonge, ze zijn leuk om naar de kijken hoor, maar ook vermoeiend, die stinkende bavianen op de apenrots. Net als zorgaanbieders en politici, vaak heel veel herrie om niets.