Welk beeld hebben de politieke partijen van de openbare farmacie in Nederland? FarmaMagazine brengt in een aantal edities de visies van de politieke partijen in beeld. In deze editie Hanke Bruins Slot van het CDA. Deze partij vindt dat het preferentiebeleid moet worden voortgezet, maar wel zijn grens heeft bereikt.
Het CDA ziet de openbare apotheek als een onlosmakelijk onderdeel van de zorg voor mensen in de eerste lijn. “Nu meer zorg van de tweede naar de eerste lijn gaat, wordt een sterke eerste lijn belangrijker dan ooit”, zegt Hanke Bruins Slot. “De openbare apotheek maakt daarvan een vanzelfsprekend onderdeel uit. Wij zouden het dan ook een goede zaak vinden als die niet alleen wordt gecontracteerd voor het verstrekken van geneesmiddelen, maar ook voor het inhoudelijke werk voor de patiënten. De meerwaarde van de openbare farmacie zit immers juist in de zorgverlening. Een goed onderbouwde medicatiereview kan heel veel problemen bij vooral oudere en chronische patiënten voorkomen. Daarnaast hoort de openbare apotheek een belangrijke rol te spelen in de medicatiecontrole van patiënten die uit het ziekenhuis worden ontslagen.”
Maar, stelt Bruins Slot, de apothekers moeten wel de ruimte krijgen om deze rollen te vervullen. “En die krijgen ze nog onvoldoende”, zegt ze. “Het is verstandig deze prestaties breed bij de openbare apotheken in te kopen, maar dit komt nog niet genoeg naar voren.”
Preferentiebeleid
Het CDA is het met minister Schippers van VWS eens dat het preferentiebeleid werkt. “Wij zijn hier een voorstander van en vinden dat het moet worden voortgezet, maar tegelijkertijd zijn we wel van mening dat de bodem is bereikt in dit beleid”, zegt ze. “Je kunt wel alles uit de kast trekken om er nóg meer uit te halen, maar met wat nu aan besparingen is gerealiseerd, is het gewoon genoeg. Anders ontstaan op een gegeven moment onvermijdelijk onwenselijke situaties. Als de apotheken structureel verlies draaien op de levering van geneesmiddelen, kan dit ten koste gaan van de dienstverlening. En de patiënt heeft er niets aan als apotheken hun deuren moeten sluiten omdat voortzetting niet langer rendabel is. Die wil een apotheek die dichtbij en laagdrempelig is.” Is dit een pleidooi voor het behoud van de kleine apotheken, zoals Henk Krol van 50PLUS dit in de vorige editie van dit tijdschrift hield? “Nee”, zegt Bruins Slot. “Over een voorkeur voor groot of klein spreek ik mij niet uit. Waar het om gaat, is dat mensen keus hebben. Ik kan me voorstellen dat het prettig is als je als bezoeker van de apotheek herkend wordt, maar ik sluit niet uit dat dit in een grote apotheek ook mogelijk is.”
In verband met die keuzevrijheid vindt het CDA het ook belangrijk dat de restitutiepolis behouden blijft. “Apothekers hoeven dan niet per se een contract met de zorgverzekeraar te hebben om de patiëntenvergoeding van de verstrekte geneesmiddelen te kunnen garanderen”, zegt ze.
Samenhangend beleid
Het is belangrijk nu de aandacht in het debat over de openbare farmacie weer te verleggen naar de inhoud, stelt Bruins Slot. Ze zegt: “Met de substitutie van zorg komt er heel veel op de huisartsen af en dat heeft ook gevolgen voor de openbare apotheken. Dit vraagt om een samenhangend beleid in de eerste lijn en een goede samenwerking tussen apotheker en huisarts.”
Het alternatief voor het preferentiebeleid dat Bogin, de vereniging van generieke farmaceutische bedrijven, recent voorstelde – de gemiddelde prijs per generiek vergoeden – zegt Bruins Slot niet goed op zijn waarde te kunnen schatten. “Hiervoor zou de minister eerst goed de gevolgen van handelen volgens dit voorstel in kaart moeten brengen”, zegt ze. “Die vind ik nu zowel voor de apotheek als de patiënt onvoldoende duidelijk. Alternatieven onderzoeken die de bestaande situatie kunnen verbeteren, vind ik wel altijd de moeite waard.”
En over het eerder in FarmaMagazine gedane voorstel van Henk van Gerven (SP) om de zorg en de distributie van elkaar te scheiden, zegt ze: “Welk probleem wil hij hiermee oplossen? Ik vraag me af wat de meerwaarde hiervan zou zijn voor de apotheek en voor de patiënt, want de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De apotheker weet wat goede geneesmiddelen zijn, daar heeft hij voor doorgeleerd. Juist in de huidige vorm kan de openbare apotheek een goede rol spelen in de eerste lijn.”
[ [ CDA: Vaart houden in onderzoek
Het CDA heeft bij het laatste AO geneesmiddelen geen moties ingediend. Hanke Bruins Slot legt uit waarom niet: “De minister heeft eerder dit jaar de verkenners Rinnooy Kan en Reibestein aangesteld om onderzoek te verrichten naar de farmaceutische zorg in Nederland. De verkenners hebben op basis van hun bevindingen verslag uitgebracht aan de minister, en de minister heeft toegezegd als gevolg hierop verder onderzoek te verrichten naar de toekomst van de openbare farmacie en de eventuele knelpunten hierin. Dit doet ze ook daadwerkelijk en het is goed om te zien dat ze hier tempo achter zet. Zolang dat het geval is, hebben wij geen reden om op dit punt moties in te dienen. Ik blijf kritisch volgen of ze de aanbevelingen van de verkenners ook daadwerkelijk meeneemt in haar verdere beleidsontwikkeling.”] ]
Tekst Frank van Wijck