
Over de geheimen van een gelukkig huwelijk zijn boekenkasten vol geschreven. We weten allemaal dat er geen vast recept voor bestaat. Elkaar een beetje aanvullen is wel een van de vaste ingrediënten. Dat de een graag in de keuken met een pollepel staat te roeren en de ander op hetzelfde moment in de tuin met de hamer staat te zwaaien. Zo mag ik graag in de weer zijn met potten en pannen terwijl mijn lief aan het klussen is. En als onverwacht een lading hongerige kids voor de deur staat, dan help je elkaar, neem je taken van elkaar over. Loopt het allemaal niet zo als vooraf vastgelegd, dan drink je aan het einde van de dag samen een goed glas wijn en heb je het erover.
Apothekers en huisartsen zijn aan elkaar verbonden als het gaat om farmaceutische zorg. De een schrijft een recept voor, de ander levert het gewenste medicijn met zorg af. De empathische doch daadkrachtige huisarts die kan omgaan met onzekerheden. En de zeer nauwkeurige apotheker met een goed ontwikkeld analytisch vermogen. Die twee vullen elkaar wat betreft persoonlijkheid goed aan. Deze typering komt trouwens van Wendy Borneman, de nieuwe bestuursvoorzitter van het Nederlands Huisartsen Genootschap in deze editie van FarmaMagazine.
Met een vader als apotheker en een oom als huisarts kan ik me wel vinden in de woorden van huisarts Borneman. Terwijl mijn vader de autovakanties (Audi) met de familie vooraf tot in detail uitstippelde, startte zijn broer de auto en zag wel waar zijn BMW uiteindelijk strandde.
Over het huwelijk van apotheker en huisarts. Beide vullen elkaar dus goed aan. Maar is het ook een gelukkig huwelijk? Dat vraag ik me af na het interview met de topvrouw van het NHG.
Ik neem u mee terug naar het voorstel van apotheker Aris Prins toen hij ruim een jaar geleden voorzitter werd van de KNMP. In zijn eerste interview (FarmaMagazine 1 2020) stelt apothekersvoorman dat het recept geen boodschappenlijstje is, maar een richtinggever voor de apotheker. Een diagnose op het recept voldoet en de apotheker garandeert wel de continuïteit en kwaliteit van geneesmiddelverstrekking. Laat de huisarts tegen de hooikoortspatiënt zeggen: ‘u krijgt een oogdruppel en een tablet. Wat voor medicatie, dat weet de apotheker.’ Als de apotheker dat stukje van de huisarts overneemt ontstaat er ruimte bij de huisarts. Was getekend de nieuwe voorman van de apothekers.
De nieuwe voorvrouw van de huisartsen ziet het anders: “Samenwerken is niet hetzelfde als overnemen van taken en verantwoordelijkheden. Voorschrijven door apothekers is voor mij een no go.”
Misschien moeten Wendy en Aris onder een goed glas wijn de huwelijksvoorwaarden eens bespreken.
Niels van Haarlem