Henk Pastoors is directeur van TopSupport Strategie en Informatie. Hij levert als adviseur maatwerk in analyse en strategie in de farmacie en zorg.
Afdeling chirurgie kamer 27. Het is alweer jaren geleden dat ik bijna de dood in de ogen keek in het ziekenhuis in Bennekom. Geperforeerde darm en allerlei complicatie op de OK waar ik u niet mee zal lastig vallen. Jaren later kwam ik beroepshalve nog vaak langs dit eenpersoonskamertje waar meestal wel weer iemand anders lag te sterven. Het klinkt misschien vreemd maar ik ging er altijd even naar binnen. Ik moet toen onbewust een besluit hebben genomen van het hulpverlenerssyndroom mijn werk te maken. Geen zorg: ik ben gezond en leef opgewekt maar dat komt niet vanwege het paradigma rondom de maakbaarheid van geluk, de kracht van het nu en zo u wilt de kunst van het liefhebben volgens Erich From. De Franse filosoof Michel Foucault laat zien hoe wij vanaf de achttiende eeuw het accent verlegde van de dood naar het leven. Het sterven is nu uit het publieke domein verdwenen en gezegd ondergronds gegaan. Lang, gezond en gelukkig leven weerspiegelt deze ethos zich in de zelfhulpindustrie. De maakbaarheidsboodschap sluit goed aan bij de meritocratische tijdgeest. Dit heeft overigens wel zijn keerzijde. Want wanneer gezondheid en geluk persoonlijke verdiensten zijn door ijver verkregen dan ben je ook verantwoordelijk voor ongezond en ongeluk. Ik zie in het Vondelpark hordes doorverachters die puffend en zwetend voor Magere Hein uit rennen. Kantoor en hotel zonder fitnesscentrum zijn anachronismen geworden. Datzelfde geldt voor de roker en zijn odeur, de echte melaatse van deze tijd. Centra voor preventieve screening schieten uit de grond en cholesterolverlagers en antidepressiva zitten in het drinkwater. Het moet worden gezegd. De resultaten zijn indrukwekkend. Het voorrecht om oud te worden lijkt tot een burgerrecht te zijn geworden. Het gezonde en gelukkige bestaan tegen elke prijs is een waarde op zichzelf. Maar het is onhoudbaar. In de kern is doodsvermijding als levensprincipe niet alleen de aanjager van de huidige zorgcrisis maar heeft ook het individu de ruimte ontnomen sterfelijkheid in zijn autonomie op zich te nemen. Toch worden we door het zorginfarct geconfronteerd met de vraag hoeveel een mensenleven eigenlijk waard is. Om te voorkomen dat deze existentiële afweging met kosten- en batenanalyses ons uit handen wordt geslagen door de bureaucratische rekenmeesters van de NZa en CVZ, pleit ik voor autonomie. En afdeling chirurgie, kamer 27, daar heb ik nog even geen zin in.