“Als klein kind was ik al nieuwsgierig naar de pilletjes die thuis in het medicijnkastje stonden. Bijvoorbeeld een doosje Paracetamol, wat gebeurt er in je lichaam als je zo’n pilletje inneemt?” ‘Thuis’ is in dit geval de Koerdische stad Sulaimaniya in Noord-Irak. Het is de geboorteplaats van de hoofdpersoon van dit artikel: Heshu Abdullah-Koolmees (27); enthousiast en ambitieus promovendus en projectapotheker. “Nee, je bent niet de eerste”, lacht ze. “Ik krijg regelmatig leuke reacties over mijn achternaam. Mijn naam laat zien wie ik ben: Heshu Abdullah getrouwd met meneer Koolmees. Ik ben Koerdisch, Irakees en Nederlands.”
Het Koerdische volk telt ruim 35 miljoen mensen die voornamelijk in Turkije, Syrië, Noord-Irak, Iran en in de Sovjet-Unie wonen. Ze hebben een eigen taal en cultuur maar geen eigen staat. In 1991 ontstonden in Noord-Irak gewelddadigheden tussen regeringstroepen van Sadam Hoessein en opstandelingen. Dit leidde er toe dat Bagdad zijn troepen terugtrok en een blokkade legde om het Koerdische Noorden. Hierdoor konden verschillende Koerdische partijen hun machtsbasis uitbouwen. In 1994 en 1996 trokken deze partijen tegen elkaar ten strijde, voornamelijk uit economische motieven. De vader van Heshu was politiek actief en moest vluchten. Hij vroeg politiek asiel aan in Nederland. Twee jaar later volgden Heshu, haar moeder en haar jongere zusje en broertje. Ze werden opgevangen in het Asiel Zoekers Centrum in Burgh-Haamstede. Heshu: “Tijdens de reis naar Nederland werd ik 13 jaar.”
Voor Nederlandse kinderen is 13 jaar een ingewikkelde leeftijd. Ze gaan naar de brugklas, komen op een nieuwe school, krijgen nieuwe vrienden. Het is het begin van een nieuwe periode. Dat moet voor jou helemaal een moeilijk tijd zijn geweest?
Heshu: “Het was inderdaad een grote overgang. De omgeving was anders. Ons huis was weg, ik miste mijn familie en vrienden en sprak geen Nederlands. Ik kwam terecht in een Internationale Schakel Klas. Ik zat met kinderen uit de hele wereld in de klas. Verschillende nationaliteiten met allemaal hetzelfde doel: zo snel mogelijk Nederlands leren. Daar deed iedereen zijn best voor. Ik had er erg naar mijn zin. Na een jaar stroomde ik door naar een reguliere middelbare school en ook daar heb ik goede herinneringen aan. Ik heb mijn VWO zonder problemen gehaald. Het feit dat ik naar de universiteit zou gaan stond voor mij vast.”
Je ging farmacie studeren. Lag die keuze voor de hand?
“Werken in de gezondheidszorg trok me aan en medicatie heeft me altijd geboeid. Ik heb getwijfeld tussen geneeskunde, farmacie en tandheelkunde. Farmacie is een mooie combinatie van zorg, iets voor een ander betekenen, medicatie, scheikunde en biologie. Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze. Ik vond het geen zware studie maar je moet je wel inzetten. Je kunt niet onvoorbereid naar een tentamen gaan, je moet projecten uitvoeren en colleges bijwonen.” Heshu draait zich om en wijst naar buiten: “Kijk daar in verte. Zie dat oude gebouw? Daar zaten we in het Wentgebouw van de Universiteit. Twee en halfjaar jaar geleden ben ik afgestudeerd. Ik heb een leuke studententijd gehad. Het was altijd gezellig. En ja, mijn echtgenoot en (schoon)ouders waren heel trots op mij. Dat zeggen ze nog regelmatig.”
Vervolgens sta je voor de volgende keuze: onderzoek doen, werken in de farmaceutische industrie, in een openbare apotheek of in het ziekenhuis?
“Tijdens mijn studie had ik een bijbaantje in het Antonius ziekenhuis in Nieuwegein en daardoor leerde ik de ziekenhuisfarmacie beter kennen. Maar onderzoek trok me ook. Hierover heb ik veel gesproken met mijn echtgenoot. Eigenlijk kon ik niet kiezen.” Lacht: “En dat heb ik dus ook niet gedaan. Ik doe het nu allebei. Ziekenhuisfarmacie vind ik uitdagend. Ik wil mijn kennis inzetten voor de acute zorg aan patiënten. Daarnaast houd ik van de complexiteit van de farmaciezorg. Ik werk nu in het Diakonessenhuis in Utrecht als projectapotheker. Op dit moment zitten we in de afsluitende fase van het project digitale toedieningsregistratie. Het doel van het project is om de medicatieveiligheid voor patiënten te vergroten. De ervaringen van de zorgverleners die met het nieuwe systeem werken, is positief. Het wordt als overzichtelijk ervaren en prettig om mee te werken. En ook het volgend project staat in de steigers: Het elektronisch voorschrijven van Cytostatica. Hierbij speelt een goede registratie ook een belangrijke rol.”
Daarnaast heb je nog tijd om te promoveren?
“Officieel werk ik 18 uur aan de universiteit voor promotieonderzoek. Maar in de praktijk blijkt het veel meer te zijn. Mijn promotieonderzoek gaat over de continuïteit van de zorg van psychiatrische patiënten. Hoe zit het met de continuïteit en controle van medicijnen als een patiënt wordt opgenomen of ontslagen uit een psychiatrisch ziekenhuis. Ze krijgen psychiatrische geneesmiddelen voorgeschreven en daarnaast hebben ze vaak ook somatische medicijnen. Bijvoorbeeld tegen hoge bloeddruk. Ons onderzoek wijst uit dat dit in een kwart van de gevallen niet goed gaat met de antistolling therapie bij opname. De medicatie wordt niet gecontinueerd of de controle ontbreekt. Daar valt veel winst te behalen.”
Als ik over vijf jaar terugkom, waar ben jij dan mee bezig?
“Dan hoop ik gepromoveerd te zijn. En misschien ben ik dan in opleiding tot ziekenhuisapotheker. Tegelijkertijd hoop ik dat ik dan nog actief ben met wetenschappelijk onderzoek. De uitwisseling tussen praktijk enerzijds en onderzoek anderzijds is interessant. Het een kan niet zonder het ander. Ik denk wel dat ik in de toekomst in teamverband blijf werken. Of het nu in het ziekenhuis is of op de universiteit, je hebt elkaar nodig. Een goede samenwerking is dikwijls de sleutel tot succes. Of ik dan nog in Nederland woon? Ik ben als Koerdische in Irak geboren. Mijn moedertaal is Koerdisch. Zelfs mijn man heeft Koerdisch geleerd. Maar het lijkt me moeilijk om terug te gaan naar Irak. Dan moet ik weer helemaal vooraan beginnen. Ik zou er wel een tijdje les willen geven bijvoorbeeld. Ik woon en leef nu in Nederland ik ben blij dat ik hier terecht ben gekomen. Ik heb veel kansen in het leven gekregen. Daar ben ik dankbaar voor.” ❦
Heshu Abdullah-Kolmees | Geboren: 12-04-1985 | Studie: Farmacie aan de Universiteit van Utrecht (UU) 2004 tot 2010 | Gehuwd met: dhr. Anne Koolmees | Hobby: sporten (o.a. kickboxen en body pump), fotografie en reizen. | Favoriet vakantieland: Maleisië, Nieuw-Zeeland Favoriete muziek: allerlei | Levensmotto: the sky is the limit
Dit is het derde artikel in de reeks: ‘Drijfveren’. Van het laagste punt in Nederland Nieuwerkerk aan den IJssel, tot het hoogste punt de Vaalserberg, vertellen apothekers over zichzelf, hun vak, hun ambities en de keuzes die ze maken. Oftewel: een kijkje in de keuken van uw collega. In deze editie: Heshu Abdullah-Koolmees, promovendus aan de Universiteit Utrecht en projectapotheker in het Diakonessenhuis in Utrecht.
Tekst en foto: Cai Vosbeek