Meteen naar de inhoud

De Zorgstandaard Astma in afrondende fase

In Nederland lijden meer dan 500.000 mensen aan astma. Deze groep bestaat uit 350.000 volwassenen en 150.000 kinderen. Daarmee is astma een veel voorkomende chronische ziekte en onder kinderen zelfs de meest voorkomende chronische ziekte. Voor het bevorderen van optimale preventie en zorg voor mensen met astma ontwikkelt de Long Alliantie Nederland (LAN) de Zorgstandaard Astma Kinderen & Jongeren en de Zorgstandaard Astma Volwassenen. Daarnaast wordt momenteel hard gewerkt aan het versterken van de astma richtlijnen.
In 2011 zijn de voorstellen voor de Zorgstandaard Astma Kinderen en Volwassenen in grote lijnen op papier gezet. In januari 2012 heeft het LAN bestuur het autorisatietraject voor deze Zorgstandaarden gestart. Dit traject bestond uit een ronde van consultatie en een autorisatie ronde. In het kader van deze consultatie vond eind maart van dit jaar een bijeenkomst plaats met alle betrokkenen en er bleek grote steun voor de opgestelde zorgstandaarden.

FarmaMagazine spreekt met Agnes Kuijpers, openbaar apotheker bij Apotheek Stad van de Zon in Heerhugowaard en voorzitter van SIG longaandoeningen. SIG longaandoeningen is een Special Interest Group die werkt aan de ontwikkeling van de eerstelijns farmaceutische zorg voor mensen met een longaandoening. “De zorgstandaard is multidisciplinair opgezet. Daardoor waren alle disciplines die zorg verlenen aan mensen met astma vertegenwoordigd. Ik zit namens de apothekers in de werkgroep voor astma bij kinderen & jongeren. De structuur van de zorgstandaard was eigenlijk al vrij snel duidelijk. Maar de daadwerkelijke inhoud was complexer. De KNMP is inmiddels akkoord gegaan met de definitieve versie die nu neergelegd is. Dit geldt ook voor de andere disciplines. Als alles volgens planning verloopt zal de Zorgstandaarden Astma na de zomer, dus op zeer korte termijn, beschikbaar komen.”

Actieve patiëntrol
“De weg hiernaar toe is heel leerzaam en inspirerend geweest”, aldus Kuijpers. “Vooral omdat in de zorgstandaard de patiënt met astma de centrale rol inneemt. Het uitgangspunt is dat hij binnen zijn mogelijkheden een eigen verantwoordelijkheid heeft bij zijn behandeling en de beschikking heeft over een actueel en individueel zorgplan. De zorgstandaard beschrijf ook de reden hiervoor, namelijk dat een actieve rol bij het eigen zorgproces leidt tot krachtige effecten op de klachtbeleving en op de kwaliteit van leven. De patiënt (kind en ouders) wordt daarom partner in de zorg. Hoewel patiënten met astma centraal staan, is de zorgstandaard ook bedoeld voor zorgverleners en zorginkopers. Het voornaamste doel van de standaard is het bevorderen van optimale zorg bij astma door patiënten en zorgverleners duidelijkheid te geven over wat minimaal mag worden verwacht van een astma-behandeling en de organisatie hier omheen. De standaard vormt ook de basis voor het inkopen van ketenzorg door zorgverzekeraars.

Centrale zorgverlener
Hoe ziet de zorgstandaard er in grote lijnen uit? “In de opbouw van de zorgstandaard astma is eerst voorzien van een definitie van astma en wat de aandoening voor de patiënt betekent. Vervolgens komen vroege onderkenning en preventie aan bod, waarna wordt ingegaan op diagnostiek en integrale beoordeling. Dan volgt er een hoofdstuk over monitoring en het individuele zorgplan en de behandeling van de patiënt. Dit bestaat uit de medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Tenslotte zijn er nog verschillende modules die aandacht krijgen zoals; stoppen met roken, voorlichting, prikkelreductie, voeding, dieet en de organisatie van astmazorg. Maar ook management
van astma-aan­vallen en psycho­sociale behan-
deling. Een term waar we over heb­ben gesproken is de centrale zorgverlener, vooral over de bevoegd­heid van deze persoon. Over defini­tieve invulling van het begrip ‘centrale zorgverlener’ bestaat nog discussie. In deze zorgstandaarden is de rol van de centrale zorgverlener als coördinator van de zorg en ver­antwoordelijk voor continuïteit in de behandeling vastgesteld”. De zorgstandaard is zoveel mogelijk opgebouwd vanuit een functionele beschrijving van activiteiten, het beschrijft dus vooral het wat, maar niet het wie (welke zorgverlener het doet) of waar dat gebeurt. Kuijpers: “Dat klopt, hiervan is eigenlijk alleen afgeweken als het anders te onduidelijk werd. Dus omwille van de leesbaarheid is er soms een discipline bij naam (apotheker, huisarts of specialist) genoemd. Waar wij als deelnemers allemaal van overtuigd zijn is dat de patiënt centraal staat en dat de domeindiscussie buiten de zorgstandaard gehouden moet worden, dit moet op lokaal- of eventueel regionaal niveau worden ingevuld. Daarmee creëer je maximale kansen voor alle disciplines, ook voor apothekers.”

Voorlichting
Op wat voor wijze is de farmaceutische zorg opgenomen in de standaard? “Dit staat apart vermeldt bij medicamenteuze behandeling. Hier hebben we heel kritisch naar gekeken en diverse aandachtspunten benoemd. Het gaat over de juiste keuze van de medicatie, maar ook over uitleg, doel en werking van de voorgeschreven medicatie. Dat is heel belangrijk, want dat is niet alleen sec een inhalatie-instructie, maar het moet patiënten duidelijk worden gemaakt waar het middel toe dient. Want een inhalatie-instructie en een eerste uitgiftebegeleiding is heel breed. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat ouders van kinderen met astma vaak niet goed op de hoogte zijn van hoe middelen werken en waar ze goed voor zijn. Dat is slecht voor de therapietrouw. Voorlichting is hierin dus van cruciaal belang. Daarnaast is er in de zorgstandaard o.a. aandacht besteed aan een geschikt inhalator type. Het is misschien een open deur, maar moet wel benoemd worden. Bijvoorbeeld als het gaat om de hanteerbaarheid en de controle van het gebruik. Daarnaast staat beschreven dat bijwerkingen besproken moeten worden, maar ook hoe om te gaan met de beschikbaarheid van noodmedicatie bij een astma-aanval. Tevens moet een jaarlijkse medicatiereview worden gehouden, waarbij ook de inhalatietechniek en co-medicatie aan de orde komen.”

Zorgverzekeraars
“De patiënt heeft in zijn zorgplan de beschikking over een actueel medicatieoverzicht. Daar moeten wij als apothekers voor zorgdragen. Vandaar ook het advies in de zorgstandaard om één apotheek te kiezen. Dit houdt het actuele medicatieoverzicht betrouwbaar en de medicamenteuze behandeling wordt hierdoor gemonitord. Er is een speciaal hoofdstuk over patiëntmonitoring. Als apotheker ben je één van de disciplines die over de patiënt waakt. We hebben ingevuld wat deze zorg zou moeten zijn. Als dadelijk de zorgstandaard een feit wordt is het aan de apothekers, maar ook aan de zorgverzekeraars, om zich hieraan te confor­meren. Dit najaar start de KNMP met de ontwikkeling van de KNMP richtlijn Astma. Een samen­vattingskaart is al beschikbaar. Die richtlijn zal aansluiten op de zorg­standaard. Er wordt duidelijk in beschreven welke farmaceutische zorg de beste uitkomsten biedt voor de patiënt. Deze informatie is ook belangrijk voor zorgverzekeraars en daar liggen onze kansen als apothekers. In mijn optiek kan een zorgverzekeraar niet om de zorgstandaarden en richtlijnen heen. Het is namelijk de zorg die wij, en daarmee bedoel ik alle disciplines, vinden dat de patiënt moet krijgen. Als de zorgverzekeraars dit lezen dan weten ze wat hun te doen staat, dat lijkt mij helder.”

Er zijn volgens Kuijpers nog wel wat uitdagingen in de uitvoering: “Daarbij kun je denken aan de in­halatie-instructie. De inhalatie-instructie moet door geschoold personeel gegeven worden. Dat moet aantoonbaar geschoold personeel zijn, binnen de LAN wordt zelfs gedacht aan ge­accredi­teerde trainers. Dit komt nu aan bod tijdens de MBO-opleiding voor­apothekers­assistenten. Maar we weten nog niet of dat dit op dezelfde manier wordt gedaan in bijvoorbeeld Drachten als Goes, we denken van niet. En dan is er nog de vraag hoe we die kennis kunnen onderhouden. Hier ligt een grote kans voor apothekers en assistenten om te laten zien dat zij de aangewezen persoon zijn om dit te doen, omdat ze hier goed voor geschoold zijn. Zo kun je als apotheker je rol verder professionaliseren.”

Tekst: Moniek Jakobs

Najaarsronde coronavaccinatie

De coronavaccinatie voor specifieke doelgroepen start op 2 oktober aanstaande. Zorgprofessionals kunnen vanaf half oktober zelf een afspraak bij de GGD maken voor een coronaprik.

Vacatures

Sluit u aan bij uw collega-huisartsen en -apothekers die onze nieuwsbrief over farmacotherapeutische ontwikkelingen in de eerste lijn ontvangen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Sluit u aan bij meer dan 6.500 huisartsen en apothekers die tweewekelijks onze nieuwsbrief ontvangen over ontwikkelingen in de eerste lijn.

We gaan vertrouwelijk om met je gegevens

Mis nooit meer het belangrijkste eerstelijns nieuws!

Elke twee weken in 10 minuten op de hoogte van het laatste nieuws en trends in de eerstelijns zorg.

We gaan vertrouwelijk om met je gegevens