Een aantal Amsterdamse apothekers hebben een rechtszaak aangespannen tegen Achmea. Mijn inschatting is dat de apothekers zich moeten voelen als een konijn in een lichtbundel van een auto. Gewoonlijk schrikt hier zowel de bestuurder als het konijn van. Toch is het mijn opinie dat de bestuurder in deze rustig achterover zal leunen. Rustig is hier wel een relatief begrip want het zet ongetwijfeld beide kampen weer op scherp. De hele discussie over een te laag tarief voor farmaceutische dienstverlening komt mij voor als een generieke discussie en een uit de doos van het vorige zorgstelsel. Daarom beoordeel ik deze rechtszaak als kansloos. Deze (smeer)case is juridisch inmiddels al zo uitgemolken dat ook deze oprisping niets zal toevoegen aan een toekomstbestendige c.q op waarde gecreëerde farmacie. Wat verder opvalt is dat de verkeerde motieven worden aangewend. Het is, als de zorgplicht niet in geding komt, niet de taak van een zorgverzekeraar apotheken overeind te houden. Dat is anno 2013 de feitelijkheid. Dat de Amsterdamse apothekers dit argument aanwenden begrijp ik vanuit de emotie wel, maar getuigt tegelijkertijd niet erg van acceptatie van de werkelijkheid. Dat in de kantlijn het patiëntenbelang enigszins gekunsteld wordt ingevlochten is exemplarisch voor de spagaat. Niet alleen in een stad als Amsterdam is er een veronderstelde overcapaciteit van 25 % aan apotheken. Dat is op zichzelf spijtig en daar ligt tegelijkertijd de kern van het probleem. Een probleem dat zich niet laat maskeren door een wat hoger tarief voor apotheken die in het kader van waardecreatie verzuimd hebben zichzelf onmisbaar te maken in de keten. Of je het nu leuk vindt of niet dat is de afrekening van marktwerking. De farmaceutische kolom zal in haar geheel een visie of nog beter een antwoord moeten geven op deze realiteit. Het komt mij voor dat naast apothekers, dit in lijn van bestuurlijk behoorlijk overleg bij de NZa, zorgverzekeraars, VWS een onderwerp van overleg zou moeten zijn. Dat is natuurlijk best eng. Harry Mens heb ik eens horen zeggen dat je een keutel beter kunt doorslikken dan er lang op te kauwen. Ketens liggen hier op voorsprong, want zonder dat er al teveel ophef over is gemaakt is daar al het nodige gesaneerd. Het verlies nemen is voor een keten natuurlijk makkelijker te dragen dan voor de individuele MKB-ondernemer die een apotheek heeft. Dat begrijp ik heel goed en heb daar alle compassie mee. Maar mensen, de zorg (ook farmaceutische zorg) is in het huidige zorgstelsel onderhevig aan nieuwe principes waarbij waardecreatie een panacee is. Dit vereist fundamentele paradigmaverschuivingen. Een rechtszaak tegen Achmea is als met ons hoofd meewarig naar de hemel kijken, kansloos… de zorg is God niet.
De zorg is God niet

Farmacotherapeutische zorgen
Niemand zal het gemist hebben: in de eerste maanden van het jaar trokken meerdere artsen, apothekers en andere zorgverleners aan de bel over toenemende medicijntekorten. Vrijwel tegelijkertijd sloot een Nederlandse generieke medicijnfabriek – bijna – haar deuren. De gevolgen van een eventueel faillissement voor patiënten zullen we gelukkig nooit weten.

Droge ogen
‘Heeft u misschien iets tegen droge ogen?’ Ik werp een blik op de medicatielijst: laag gedoseerd amitriptyline, dat zou weleens de boosdoener kunnen zijn. Van zenuwpijn in de benen heeft meneer al jaren geen last meer, dus het besluit om af te bouwen is snel gemaakt.

Mirror, mirror on the wall, who is the fairest of them all?
Al sinds 1812 moet de koningin vaststellen dat het antwoord van haar spiegel altijd klopt.