
Voor het einde van dit jaar kunnen apothekers en huisartsen de fax op Marktplaats zetten. Ronald Gorter, voorzitter van MedMij, over succesvol informatie-uitwisseling en de PGO die de patiënt de regie geeft over de eigen gegevens. “In januari gaan patiënten met vragen over PGO naar huisarts en apotheker.”
Voor iedereen een zelfgekozen persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Een app of website met gezondheidsgegevens die op een veilige manier communiceert met ziekenhuis, huisarts en apotheek. MedMij begon in 2016 met het realiseren van deze droom. Een programma waaraan alle partijen in de zorg, van het ministerie van VWS tot zorgverleners, deelnemen.
Resultaat tot nu toe: heldere afspraken over waaraan een PGO moet voldoen, financiële stimuleringsregelingen en experimenten in de regio. Inmiddels hebben zo’n 28 PGO’s het stempel goedgekeurd door MedMij. Dat betekent dat ze veilig zijn en voldoen aan tal van criteria.
Het programma is nu omgezet in een stichting. Met aan het roer Ronald Gorter. Gorter komt uit de wereld van de patiëntenverenigingen, was onder meer bestuurder in de GGZ en zat in de stuurgroep van MedMij.
De belangrijkste stap die nu is gezet is dat op verschillende plekken in het land het MedMij Afsprakenstelsel in de praktijk wordt gebracht. De eerste gezondheidsgegevens worden nu uitgewisseld tussen zorgverleners en de PGO van de patiënt. Apotheken en een groep patiënten uit onder meer Asten, Zoetermeer en Utrecht kunnen de gegevens in de PGO’s uitwisselen. De resultaten van deze proeven zullen meer vertellen over de gebruikservaringen van patiënten en zorgverleners.
Trots
Gorter is trots op het bereikte resultaat. “Dat de uitwisseling nu plaats vindt is een belangrijke mijlpaal. Sinds 2016 hebben we hier hard aan gewerkt. Stapje voor stapje, want MedMij staat voor veilig en betrouwbaar uitwisselen. Hiermee leggen we de basis voor een grotere uitrol. Over pakweg drie maanden weten we of de uitwisseling van gegevens veilig en zonder problemen gaat zoals we gezamenlijk hebben afgesproken.”
Belangrijke maanden dus voor MedMij en de PGO. Want patiënten hebben namelijk vanaf 1 juli 2020 recht op elektronische inzage of een elektronisch afschrift van hun medische gegevens. Dat is een wettelijke verplichting uit ‘Den Haag’. Hoe die inzage gebeurt is niet vastgelegd. Dat kan met behulp van een PGO maar ook op andere manieren zoals een patiëntenportaal.
“Natuurlijk is een dergelijke operatie voor de eerste lijn ingewikkelder dan voor een ziekenhuis. Ziekenhuizen hebben afdelingen ICT, huren consultants in en hebben projectleiders. Voor een kleinere praktijk is dat allemaal niet beschikbaar. We realiseren ons dat het dan complex kan zijn. Belangrijk is dat de eerste lijn aanhaakt want deze zorgverleners staan dicht bij de mensen. Daarom helpt het stimuleringsprogramma Open zorgverleners met in totaal 75 miljoen euro om patiënten toegang te laten verkrijgen tot hun medische gegevens. Het gaat met name om medicatie, episodes, laboratoriumuitslagen, meetwaarden. En dus niet de persoonlijke aantekeningen en de overdrachtsgegevens. Open maakt afspraken met automatiseringsleveranciers over het ontsluiten van gegevens. Ook biedt het ondersteuning door scholing en invoeren van ICT-aanpassingen.” De subsidieregeling is net verlengd tot het einde van het jaar.
Gorter is blij met de financiële ondersteuning voor de eerste lijn. “Het gaat nu inderdaad snel. De uitdaging is dat we dit jaar ook landelijk gegevens uitwisselen. Ook verwacht ik dat meer leveranciers voldoen aan ons afsprakenstelsel, want die hebben we nodig. Ik merk dat zorgverleners zich voorbereiden op de situatie en gebruik maken van de stimuleringsregeling. De volgende stap is dat burgers zelf informatie kunnen toevoegen aan de PGO.”
Doet de apotheker wel voldoende mee?
“Jazeker! Bij de start van MedMij stond uitwisselen van medicatiegegevens op nummer één van onze prioriteitenlijst. Dat is nog steeds zo. De experimenten laten zien dat we grote stappen zetten in die uitwisseling. Inmiddels is de politiek tot in de Tweede Kamer doordrongen dat het niet meer van deze tijd is om over en weer te faxen of een DVD met labuitslagen mee te geven met de patiënt in de ambulance.”
Wanneer komt de patiënt met een PGO naar apotheker of huisarts?
“Dat is een lastige vraag. Op 1 juli moeten huisarts en apotheker dossiergegevens beschikbaar stellen aan de patiënt. Elke patiënt moet daar een beroep op kúnnen doen. Of de patiënt op 2 juli die inzage ook overal heeft moeten we afwachten. Wij hebben het proces gefaciliteerd, wij zorgen dat het mogelijk is. Het is aan huisarts en apotheker om het te doen.”
Wat gaat dit jaar gebeuren?
“Dit jaar zal het aantal mensen dat een PGO kan en gaat gebruiken groeien. Vanaf januari, als de meeste huisartsen een ICT-systeem hebben dat is aangesloten op MedMij, zal het gebruik fors toenemen. Dan zal wel de eerste patiënt aan de balie van apotheker of huisarts staan met de PGO in de hand en de vraag stellen: wat heeft u me nu voorgeschreven of afgeleverd? Ondertussen zie ik enthousiasme bij zorgverleners. Diabetesverpleegkundigen die niet kunnen wachten tot de patiënt zelf metingen gaat verrichten en beschikbaar stelt voor de zorgverlener. Dat scheelt de verpleegkundige veel tijd. En natuurlijk hoor ik ook sceptische geluiden. Onmiskenbaar is er sprake van weerstand in de zorg: mensen zijn bang, weten niet wat er gebeurt. Dan zeg ik altijd: kijk naar bankieren dat zo eenvoudig en veilig is geworden. Niemand verlangt terug naar oude tijden. In de zorg gaan deze systemen ook gewoon worden.”
Ik hoor ook geluiden dat dit PGO-project van de overheid gedoemd is te mislukken
“Die kritiek hoor ik ook. De PGO is ontstaan vanuit de wens van patiënten om meer regie over hun eigen gezondheidsgegevens te krijgen. Vanuit de politiek is dit omarmt, onder andere omdat de zorgkosten te hoog zijn. Als de burger bewuster omgaat met zorg, meer zelf de regie neemt over de eigen gezondheid, zelf bestellingen kan doen dan gaan burgers minder gebruik maken van de bekostigde zorg is de gedachte. En ook bijvoorbeeld het aantal medicatiefouten kan enorm worden teruggedrongen als de patiënt zelf zijn medicatieoverzicht aan de dokter of apotheker kan laten zien. En let wel, jaarlijks worden 49.000 mensen in het ziekenhuis opgenomen door medicatiefouten. Dit levert een besparing in zorgkosten op. Deze behoefte aan meer zelfregie is niet iets van de overheid en de politiek alleen, de burger wil het ook, verlangt het zelfs. Twintig jaar terug was het ondenkbaar om reizen en betaling via het internet te regelen. Tegenwoordig boeken we een rondreis door Zuid-Afrika achter de laptop, bankieren we elektronisch en streamen we films. Ik merk een kentering in de samenleving. Patiënten willen digitaal een afspraak maken voor een consult op het moment dat het hem of haar goed uitkomt, willen medische en gezondheidsinformatie delen met de zorgverlener en vragen zich terecht af waarom de zorg zo achter blijft in deze ontwikkeling. Het geluid uit de samenleving vertelt mij dat zorg nu eens echt meters moet gaan maken. Een PGO helpt daarbij.”
Waarom gaat de zorg dan zo langzaam om?
“De zorg draait wel mee, maar dit soort veranderingen kost nu eenmaal tijd. Veel tijd.”
Heeft de PGO invloed op de relatie met de huisarts en de apotheker?
“Zeker! Op de eerste plaatst moeten huisarts en apotheker de dossiers op orde hebben want de patiënt gaat deze informatie ophalen en controleren. De komst van de PGO geeft zorgverleners de mogelijkheid om weer tot de kern van het zorgverlenen te komen. Een voorbeeld uit de praktijk. Nu is het zo dat patiënten met bijvoorbeeld psychische klachten tijdens het eerste consult tal van vragenlijsten invullen. Het tweede gesprek gaat dan over de anamnese en bij het derde consult wordt de behandeling gestart. Met een PGO kan de patiënt thuis de vragenlijsten invullen en uploaden naar de zorgverlener zodat de zorgverlener tijdens de eerste afspraak direct met de patiënt in gesprek kan. Door dit proces goed te organiseren ontstaat er ruimte en tijd om dat te doen waarvoor je ooit zorgverlener bent geworden: mensen helpen. Bovendien krijgt de zorgverlener een zelfbewuste burger tegenover zich die de regie voert over de eigen gezondheid. “
Met PGO neemt e-health een boost?
“Daarvan ben ik overtuigd. MedMij richt zich nu vooral op het ophalen van informatie bij de zorgverlener. Daar ligt onze prioriteit. De volgende stap is het mogelijk maken voor consumenten en patiënten zelf informatie toe te voegen aan de PGO. Informatie die afkomstig is uit de hoeveelheid tools die nu al beschikbaar zijn. Tools waarmee gebruikers zelf de gezondheid en activiteiten kunnen meten. En deze informatie willen toevoegen aan de PGO. Ik verwacht dat vanaf dat moment e-health een vlucht zal nemen. De grote hoeveelheid aan e-health-toepassingen die zich nu nog veelal in een experimentele fase bevinden zullen tegen die tijd ook klaar zijn voor opschaling.”
Hoe kiest de patiënt straks de juiste PGO?
“De gebruiker kiest de PGO die het beste bij hem of haar past. De PGO Keuzehulp van de Patiëntenfederatie kan daarbij helpen. Maar over gebruiksgemak of de extra functionaliteiten van een PGO zeggen wij bij MedMIj niets. Ons label garandeert dat het een veilige PGO is. Of het ook een succesvolle PGO is, daar gaan wij niet over. Je zult zien dat een aantal PGO’s straks succesvoller is dan andere. Zo werkt dat in een vrije markt. We zijn gewend om onze eigen keuzes te maken. Iedereen kiest een bank, een auto of een online tool die het beste past bij de eigen situatie.”
Brengen zorgverleners zelf ook een PGO op de markt?
“Nogmaals, in het afsprakenstelsel staat dat PGO’s een vrije mark zijn. En in een vrije markt is alles denkbaar, maar het lijkt me geen goede zaak als zorgverleners hun patiënten actief naar een bepaalde PGO gaan sturen. Ik kan mij ook voorstellen dat een zorgverzekeraar met een eigen PGO komt en die aanbiedt aan de verzekerden. Dat zullen we niet verbieden. Keuzevrijheid in welke PGO je wilt, vinden we erg belangrijk. Maar in de praktijk zien we dat veel zorgverleners een eigen portaal hebben waarop patiënten hun gegevens kunnen inzien. Dat is een mooie stap op weg naar meer regie voor de patiënt, maar verschilt wel wezenlijk van een PGO. In een PGO heb je een compleet overzicht van al je zorgverleners en kun je niet alleen je gegevens inzien, maar ook beheren, er zelfmeetgegevens aan toevoegen ze delen met bijvoorbeeld een andere zorgverlener.”
En als Apple, Google, Amazon of Philips een PGO lanceren?
“Die vraag stellen wij ook. Deze bedrijven richten zich steeds meer op de gezondheidsmarkt. Amazon heeft een grote gezondheidstak in de Verenigde Staten die concurreert met de huisarts en apotheker door zelf zorgverleners in dienst te nemen. Deze bedrijven handelen in data en verdienen geld door jou bepaalde producten te verkopen. Dat is iets wat wij niet willen. Veiligheid en betrouwbaarheid staan bij ons voorop. Op dit moment zijn deze partijen niet in het bezit van een label van MedMij. Het is echter zeer interessant om te zien hoe dit zich verder ontwikkelt. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in ons eigen land. Wat gebeurt er als Ahold met supermarkt Albert Heijn, online winkel Bol en drogist Etos besluit om huisartsen in dienst te nemen? Dat is niet concreet voor zover ik kan inschatten, maar het zou kunnen wel gebeuren.”
Waar staan we over 5 jaar?
“Dan maken we naar verwachting zo’n vier tot vijf miljoen chronische patiënten actief gebruik van een PGO. Ook doelgroepen als zwangeren en moeders met kleine kinderen gaan het gebruiken. Dan is de ICT in de zorg op een professioneel niveau gekomen. Automatisering is dan een vast onderdeel van de reguliere processen van de zorgverlener. En als het aan mij ligt staat voor het einde van dit jaar de laatste fax te koop op marktplaats.”