Bart Janknegt, bestuursvoorzitter VvAA

De Covid-crisis laat zien dat de zorg fundamenteel verandert. “Wat voorheen ingewikkeld was, werd nu met een vingerknip geregeld. Als we de zorgverlener nu ook structureel meer vertrouwen en ruimte geven zetten we een hele mooie stap vooruit”, aldus Bart Janknegt, bestuursvoorzitter van de VvAA.
Bart Janknegt, met een achtergrond in de verzekeringen, voelt zich thuis in de zorg waar solidariteit verbindt. Sinds twee jaar is hij voorzitter van de VvAA groep.
De vereniging en ondersteuner, in 1924 opgericht door een huisarts, een tandarts en een dierenarts, telt bijna een eeuw later ruim 125.00 aangesloten zorgverleners. “Ik kreeg de kans om mijn kennis in te zetten voor een groot collectief van zorgverleners. En om een stevig fundament te leggen in de dienstverlening voor de volgende generatie zorgverleners. We zetten stappen van verzekeraar naar integraal aanbieder van diensten. De behoefte van onze achterban wordt immers steeds breder en gaat verder dan alleen verzekeren. We helpen bij het starten tot het stoppen van een praktijk, en alles wat daar tussen gebeurt. Door onze onderlinge solidariteit ondersteunen we de individuele zorgverlener en zorgondernemer met diensten op financieel, juridisch en bedrijfsmatig gebied. Zo zijn we al bijna een eeuw de stem en steun van zorgverlenend Nederland.”
VvAA weet wat er leeft onder de zorgverleners. Als Janknegt de barometer bekijkt, ziet hij de zorg en de zorgverlener veranderen. “De maatschappij verandert continu. Vroeger waren huisarts en apotheker de notabelen in het dorp. De huidige generatie zorgverleners kijkt anders naar het vak. Het VvAA kantoor is gevestigd naast de beroepsopleiding van huisartsen en voor Covid zag ik de zorgverleners van de toekomst letterlijk voorbij trekken. Het zijn voornamelijk vrouwen die zeer gemotiveerd en bewust hebben gekozen voor een prachtig vak en een eigen kijk hebben op de invulling daarvan. De zorgverlener in de eerste lijn kiest steeds vaker voor parttime werken in een groepspraktijk. Het is een flexibele generatie die zelf een weg vindt naar een passende manier om het vak uit te oefenen.”
Verdwijnt het zelfstandig ondernemerschap in de eerste lijn?
“VvAA staat voor pluriformiteit in het zorglandschap. Wij bedienen zorgverleners in ziekenhuizen én klinieken, grote én kleine praktijken. Wij bieden zorgondernemers alles om te blijven ondernemen. Ondernemen in de zorg vinden we dan ook belangrijk. Maar we zien een nieuwe generatie ontstaan die geen eigen praktijk nastreeft en zich prima kan vinden in een dienstverband of in een periode van waarnemen. De persoonlijke behoefte van de individuele zorgverlener is ons vertrekpunt. In de zorg zie ik ruimte voor verschillende concepten, maar ik vind het jammer als bepaalde vormen van zorgverlenen onmogelijk worden gemaakt door hinderende maatregelen als regeldruk en de onnodige administratieve lasten.”
“Laten we er samen voor zorgen dat het plezier in het vak blijft en terugkomt op de plekken waar dat is verminderd.”
Raakt de eerstelijns zorgverlener ondergesneeuwd in de administratie?
“Aan de ene kant heb ik veel vertrouwen in de flexibiliteit van huisartsen en apothekers om de toekomst op een manier in te vullen die past bij de nieuwe generatie en de ontwikkelingen in het zorgveld. Aan de andere kant slapen zorgverleners slecht door al die administratieve regels. De harde cijfers van verzuim en arbeidsongeschiktheid illustreren dat de druk in de zorg hoog is. Om in verzekeringstermen te spreken: de schadelast neemt toe. We zien meer ziekte en uitval door klachten die op het werk ontstaan.”
VvAA ondersteunt de beweging die minder regels in de zorg wil. Tevreden over wat is bereikt?
“Tevreden over dat het onderwerp regeldruk op de agenda is gezet. Onze rol is sindsdien gewijzigd en we monitoren sinds 2019 eventuele voortgang. Daar zit veel teleurstelling. Zorgverleners geven aan dat op kleine onderdelen een beetje vooruitgang is te zien, maar dat er nog steeds flinke kiezels in de schoen zitten. Het tempo om de problemen op te lossen moet omhoog.”
Wanneer is dat opgelost?
“Ik heb geen toverstokje. De zorg is complex met veel partijen met belangen. De druk die zorgverleners ervaren is enorm en ongezond, dat toont de Covid-crisis haarscherp aan.
Bezetting, honorering, vertrouwen, waardering en de menselijke maat moeten meer aandacht krijgen. De organisatie van zorg wordt teveel door een economische bril bekeken. Dat moet anders.”
Wat adviseert u de nieuwe minister van VWS?
“De druk die we allemaal in de zorg ervaren heeft voor zoveel scherpte gezorgd dat goede intenties en juiste ideeën amper kans krijgen om op de agenda te komen. In het debat over de toekomst van de zorg bestoken partijen elkaar vooral met harde meningen. Ik gun de zorg en de minister een gebalanceerde dialoog waarbij de belangen van de patiënt voorop staan.”
Maar wat stelt u concreet voor?
“Ik ben de schoenmaker die graag bij zijn eigen leest blijft. Als de minister in dialoog met partijen afspraken kan maken om de regeldruk substantieel te verminderen, leidt dat direct tot resultaat: lagere zorgkosten en meer werkplezier bij zorgverleners. Het is aan de beleidsmakers om dit laaghangend fruit te plukken. Wij bieden voor die dialoog graag het platform.”
Ondertussen vragen zorgverleners zich af waar doe ik het nog voor?
“De vereniging VvAA ziet bij de leden dat de bezieling in de zorg enorm onder druk staat. Jonge artsen studeren jaren om specialist te worden terwijl ze ook een gezin willen starten en een huis willen kopen. Een intense levensfase met veel onzekerheid: waar kom ik terecht, kan ik wel werk krijgen, wil ik die lange diensten? Vragen die er altijd waren, maar waar misschien niet altijd naar werd geluisterd. De huidige generatie stelt deze vragen wel hardop. Dat is ook nodig want studenten stoppen met de studie, we noteren veel burn-out en uitval. De maatschappij stopt veel geld in de opleidingen en zit niet te wachten op zorgverleners met een burn-out.”
Wat gaan jullie hier aan doen?
“Het is voor ons belangrijk om goed te begrijpen wat zorgverleners bezighoudt. Het is onze taak om de dialoog met onze leden te voeren. Zo geven we zorgverleners een podium om gehoord te worden in bijvoorbeeld de beweging Zin in Zorg.”
Ook VvAA kijkt terug op een enerverend jaar. De Covid-crisis bepaalde de agenda van de dienstverlener. “In maart vorig jaar zagen we dat de impact op onze leden groot en divers zou zijn. Een medisch specialist die van het ene op het andere moment in de frontlinie staat of moet invallen op een totaal andere afdeling. Fysiotherapeuten en tandartsen moesten praktijken sluiten. Leden met heel veel verschillende behoeftes aan ondersteuning. Dat betekende voor ons goed luisteren wat er echt speelt, onduidelijkheden proberen weg te nemen en ondersteuning bieden. Dus meer mensen op de helpdesk, een online covid-dossier ingericht met relevante informatie over loonsteun tot medisch tuchtrecht, webinars organiseren en instructiefilmpjes publiceren. En vooral geen ingewikkelde discussies voeren over facturen. Onze leden zoveel mogelijk helpen was het uitgangspunt.”
Wat heeft de crisis laten zien?
“De druk waaronder zorgverleners moeten werken zorgde ervoor dat veel barrières werden weggenomen. In het zorgveld kwamen verbindingen tot stand die voorheen onmogelijk leken. Als vanzelf gingen partijen met elkaar in gesprek. Ziekenhuizen hoefden niet eens moeilijke gesprekken te voeren met klinieken over het uitwisselen van verpleegkundigen op plekken waar die het hardst nodig waren. Wat voorheen ingewikkeld was, werd nu met een vingerknip geregeld. Onder druk kan heel veel wel. De crisis was ook een inspirerende periode. In plaats van ingewikkelde discussies voeren over aanpassen van het zorgsysteem bleek dat gedrag de krachtigste katalysator van verandering is. Als we dat gevoel kunnen vasthouden en vanuit persoonlijke kracht de dialoog voeren over het vormgeven van de zorg van de toekomst, dan kan er veel meer dan dat we de tot nu toe voor mogelijk hebben gehouden. Covid maakt de essentie van de zorg zichtbaar: de zorg gaat over leven en dood, tot het uiterste gaan om het goede te doen voor patiënten. Hoeveel mensen in de frontlinie zijn blijven staan, weliswaar op hun tandvlees lopen maar wel zijn blijven zorgverlenen. Daar kunnen we allemaal veel van leren. Dat zou ik willen zeggen tegen al die bedrijven die weer eens op de hei zitten en zich de vraag stellen met welk doel ze bestaan, waar ze het voor doen? En maar navelstaren tot er een gelikte mission statement uitrolt? Covid heeft laten zien dat het doel diep verankerd zit in de mensen zelf. Als de spreekwoordelijke pleuris in de zorg uitbreekt hoef niemand iets uit te leggen: we gaan ‘gewoon’ aan het werk en staan er, ook in heel ingewikkelde omstandigheden.”
Terwijl de kans bestaat dat we terug gaan naar hoe het was.
“Hoe comfortabel het voor sommige spelers in de zorg ook is om de klok terug te draaien naar hoe het was, zegt mijn gevoel dat we het kantelpunt voorbij zijn. In de gesprekken die ik voer gaat het nooit over teruggaan naar het oude maar over vooruitkijken en stappen zetten. Er is een fundamentele verandering gaande. Covid heeft de meerwaarde van de individuele zorgverlener laten zien. Een kracht die zich niet makkelijk laat inkapselen door het systeem. Als we die professionele zorgverlener nu ook structureel meer ruimte geven zetten we een hele mooie stap vooruit.”
Meer macht bij de zorgverlener betekent minder macht bij de zorgverzekeraar.
“Laat ik me vooral focussen op waar meer autonomie moet komen: bij de zorgverlener. Als ik de minister zou spreken dan raad ik hem met klem aan om de dialoog te starten met het zorgveld, want dat geeft een duidelijke richting. Ga daarna pas in gesprek met stakeholders. Geef de autonomie ruimte, schroef de regeldruk terug tot een minimum en sta meer pluriformiteit in de organisatie van zorg toe, want one size past niemand perfect. Laten we er samen voor zorgen dat het plezier in het vak blijft en terugkomt op de plekken waar dat is verminderd.”
Hoe ziet de zorg er over vijf jaar uit?
“Je vraagt aan mij om in de glazen bol te kijken en een beeld van de toekomst te schetsen terwijl ons land en de zorg nog uit de Covid-crisis moeten komen. Terwijl er nog geen nieuw kabinet of een minister van VWS is. Een onmogelijke vraag om nu te beantwoorden. Ik hoop dat over vijf jaar de regeldruk in de zorg structureel is afgenomen en de bezieling in het vak en de autonomie van de professionele zorgverlener evenredig is toegenomen. En dat VvAA een vereniging is met nog meer leden met een aanbod aan producten en diensten dat volledig is gestoeld op de behoefte van die leden.”
Tekst: Niels van Haarlem | Fotografie: Jan Vonk Fotografie