Jan Dirk Jansen: De Centrale Apotheek, DCA, is failliet. Voor apothekers in de buurt van participerende huisartsen is dit ongetwijfeld een opluchting. Anderen zullen hun schouders ophalen. De DCA ging uit van de huisartsenpraktijk als afhaalpunt voor de chronische medicatie die werd klaargemaakt in de centrale, geautomatiseerde apotheek in Roden. Voor de acute medicatie en bezorging probeerde DCA vervolgens een regionaal steunpunt op te zetten, liefst in samenwerking met een lokale apotheek of politheek.
Voor de zoveelste keer sneuvelt er een alternatief model voor de verstrekking van medicijnen in de 1e lijn. Niet zo lang geleden ging de grootste postorderapotheek, de Thuis Apotheek, DCA voor. Het blijft een hardnekkig misverstand, zelfs onder doorgewinterde (what’s in a name) zakenlieden, beleidsmakers en zorginkopers, dat het netwerk van openbare apotheken dat we nu hebben, achterhaald is of gemakkelijk vervangen kan worden door iets anders. Dat blijkt ook uit de vele doorstarts na faillissementen en de wisselingen van investeerders bij deze nieuwe ondernemingen. Als u zelf een traditionele apotheek bezit en in dit kader behoefte heeft aan een opkikker, raad ik u aan om de whitepaper ‘de maatschappelijke effecten van internetfarmacie’, in 2006 geproduceerd door Nyfer, in opdracht van TNT, nog eens van het internet te halen en door te bladeren. Hoe het met het vertrouwen en de investeringen van TNT in de internetfarmacie (de Nationale Apotheek) is afgelopen, weten we inmiddels ook.
De initiatiefnemers klagen steevast over tegenwerking vanuit de sector, over de diverse processen die zij moesten voeren tegen de gevestigde orde en over het feit dat het erg taai is iets te veranderen in de openbare farmacie. Toch denk ik niet dat deze ondernemingen bezweken zijn onder proceskosten, tegenstribbelende huisartsen en inspectiebezoeken. Ik vermoed dat het enerzijds te maken heeft met het gebrek aan vertrouwen en dus medewerking van huisartsen, apothekers en klanten maar anderzijds ook met het feit dat deze alternatieven onvoldoende rendabel zijn. De besparingen van centraal geautomatiseerd dispenseren op een industrieterrein wegen volgens mij niet voldoende op tegen de kosten van gefragmenteerde distributie, de moeite rond het verkrijgen van recepten en persoonsgegevens, het gedoe rond retourzendingen en het organiseren van de spoedmedicatie. Een grote efficiënte en klantgerichte apotheek in het hart van een wijk of in een gezondheidscentrum is niet eenvoudig te verslaan.
In een tijd dat marges ruim zijn, kunnen ook sub-optimale modellen gedijen maar nu de zaak op scherp staat en de reguliere distributie het al moeilijk heeft, vallen deze nieuwe initiatieven als eerste om. Dit is echter geen pleidooi tegen innovatie en openbare apothekers kunnen geenszins achterover gaan leunen. Het ‘hub and spoke’ model is niet dood en klanten willen gemak en minimale wachttijden. Het idee van een combinatie van een centraal steunpunt met daarom heen een aantal satellieten kan je bijvoorbeeld ook vertalen naar een grote reguliere, plaatselijke apotheek met daaromheen een aantal uitgifteposten op plaatsen waar de doelgroep regelmatig komt. Dit kan een huisartsenpraktijk zijn maar ook een spoorwegstation of een supermarkt. Die uitgiftepost kan op spitsuren bemand worden door professioneel personeel maar kan ook bestaan uit een 24/7 automaat waaruit de patiënt met een sms-code zijn voorgevulde zak medicijnen kan halen.
In dit geval weten de patiënten en huisartsen waar de geneesmiddelen vandaan komen en kunnen zij bij de lokale organiserende apotheek terecht voor spoedeisende zaken en met vragen. De vertrouwenskwestie is daarmee ingevuld en dat zou weleens de sleutel naar succes kunnen zijn. In dit kader is het nieuwe initiatief van Mediq m.b.t. uitgifteposten in supermarkten een interessante om te volgen. Vanaf pagina 14 leest u het artikel over de samenwerking tussen Jumbo en Mediq. ❦