Deze maand is bij het Julius Centrum van het UMC Utrecht een pilotonderzoek gestart waarbij tien apotheker-farmacotherapeuten en tien huisartspraktijken samen aan de slag gaan om medicatieveiligheid te verbeteren. Het zijn apothekers die alleen farmacotherapeutische zorg leveren en géén pillen, aldus een artikel in de Nieuwsbrief van het centrum.
Op het gebied van farmacotherapeutische zorg aan chronisch zieken en kwetsbare ouderen valt nog veel winst te behalen, is de veronderstelling. Hiervoor is goede samenwerking tussen huisarts en apotheker essentieel. Immers: een belangrijk uitgangspunt van huisartsgeneeskundige is het leveren van kwalitatief goede en samenhangende zorg op maat, dicht bij de patiënt. De apotheker gaat werken aan een optimale farmacotherapie, afgestemd op de individuele patiënt. Daarnaast gaat hij aan de slag om risicovolle, medicatiegerelateerde processen te verbeteren in de huisartspraktijk, in samenwerking met de apotheek.
De apotheker-farmacotherapeut ziet chronische patiënten met complexe farmacotherapie op zijn spreekuur, voert een jaarcontrole geneesmiddelgebruik uit en stelt in samenspraak met de huisarts een farmacotherapeutisch behandelplan op en voert dit uit. Door hem onderdeel uit te laten maken van het team in de huisartspraktijk, én hem fysiek aanwezig te laten zijn in de praktijk, verwachten de onderzoekers van het Julius Centrum dat de farmaceutische zorg effectiever en efficiënter wordt. Uit 85 aanmeldingen zijn tien gemotiveerde apothekers geselecteerd, die naast hun werkzaamheden in de huisartspraktijk een vijftien maanden durend, speciaal voor hen ontwikkeld scholingsprogramma volgen.
Onderzocht wordt of deze interventie het aantal geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames vermindert. Hiernaast kijken de onderzoekers naar veranderingen in farmacotherapie, prescriptie-indicatoren en zorgconsumptie. Via kwalitatief onderzoek wordt gekeken naar de invulling van de nieuwe rol van apotheker en de haalbaarheid ervan.
Het onderzoek staat onder leiding van Niek de Wit, Han de Gier, Marcel Bouvy en Dorien Zwart, terwijl Anne Leendertse, Lia Boelman en Ankie Hazen voor de uitvoering zorgen.
Tekst: Kees Kommer