Apothekers in de huisartspraktijk maken patiënten beter met pillen maar vooral met praten. Dr. Anne Leendertse gelooft in de apotheker in dienst van de huisartsenpraktijk. In tien praktijken draait de apotheker al mee als volwaardige zorgverlener. En als collega van de openbare apotheker. Is ze nu apotheker of onderzoeker? Of een Don Quichot die vecht tegen de zittende orde die zo graag vasthoudt aan veilige conventies? In ieder geval is zij heilig overtuigd van de toegevoegde waarde van de apotheker als zorgverlener voor de individuele patiënt.
Anne Leendertse noemt zichzelf clinical pharmacist. Een apotheker die naast de patiënt staat en die de patiënt behandelt als individu, met een eigen zorgvraag. Een apotheker zonder drop, zoals ze dat zelf noemt. Ze is bekend van het HARM-onderzoek dat in 2008 aantoont dat 1 op de 18 patiënten door medicatiefouten acuut in het ziekenhuis terechtkomt. Dat onderzoek was een opstapje naar haar huidige onderzoek. In het Julius Centrum in Utrecht, dat onderzoek doet naar gezondheidswetenschappen en eerstelijnsgeneeskunde startte in maart van dit jaar het onderzoek naar de rol van de apotheker-farmacotherapeut bij de huisarts.
Waarom bent u begonnen met het onderzoek apotheek in de huisartspraktijk?
“Twee jaar ben ik bezig geweest om de medicatiebeoordeling te implementeren in de apotheek en huisartspraktijk. Dat heeft niet de gehoopte gezondheidswinst opgeleverd. In de openbare apotheken lukte het niet om onder de huidige omstandigheden de farmacotherapie te optimaliseren. Bovendien hebben apothekers het al zo druk en is er weinig tijd in de apotheek om de beoordeling echt goed te doen. Daarnaast is de samenwerking tussen openbare apotheek en huisarts niet altijd optimaal. Tot slot hebben apothekers niet veel klinische ervaring en zijn onvoldoende vaardig om een consult te voeren met de patiënt. Maar ik wilde niet opgeven.”
Omgaan met onzekerheden
Volgens Leendertse is er in huidige opleiding tot apotheker onvoldoende aandacht voor klinisch denken en doen. De nadruk ligt vooral op de medicatie. “De opleiding is productgericht. Het woord patiënt valt wel, maar leren denken als een patiënt, daar is weinig aandacht voor. De focus op dat productgerichte zie je terug in de dagelijkse praktijk van de openbare apotheker. Apothekers zijn nu eenmaal gewend om tot vier decimalen achter de komma te denken en te handelen. Onmisbare kwaliteiten als het gaat om controleren van medicatie of de analyse van patiëntengroepen.
Maar in de wereld van de zorg, en zeker in die van de patiënt, moeten apothekers leren omgaan met onzekerheden. Afwegingen maken en verantwoordelijkheid nemen voor je besluiten, dat vinden apothekers een uitdaging. En toch zijn juist dat competenties die je nodig hebt, wil je een goed consult voeren met de patiënt. Wat zegt de patiënt nu echt? Wat is de zorgvraag van de patiënt? Hoe betrek je de patiënt bij zijn of haar behandeling.” De proef startte bij tien huisartsenpraktijken in de regio Utrecht en Amsterdam. 80 apothekers toonden interesse in de vacature. Uiteindelijk werden tien apothekers, van verschillende pluimage, geselecteerd. De apothekers in dienst van de huisartsenpraktijk komen fris uit de collegebanken en hebben tot tien jaar ervaringen. Vanaf de start wordt geleerd in de schoenen te gaan staan van de patiënt: hoe voer je nu echt een consult? Gemiddeld zitten ze nog een dag in de week in de collegebanken, de rest draaien ze mee als apotheker zonder drop.
Wat doen de apothekers in de huisartsenpraktijk?
“Tachtig procent van de tijd besteden ze aan praten met patiënten over pillen zoals ik dat noem. Ze organiseren consulten in de eigen spreekkamer, gaan op huisbezoek en worden in consultgeroepen door de huisarts of praktijkondersteuner. Lopen visite en gaan op huisbezoek. Daarnaast coördineren ze projecten in de huisartspraktijk. Denk aan stoppen met benzodiazepines, vaststellen effectiviteit van alfablokkers, protocollen voor herhaalmedicatie of het opzetten van een anticonceptiespreekuur. Tot slot geven ze onderwijs aan andere zorgverleners in de praktijk.”
Hoe reageren de huisartsen op jullie komst?
“Natuurlijk in het begin veel aftasten. Wat heb je aan elkaar? Nu vinden we elkaar. Huisartsen ervaren verbetering in de kwaliteit van zorg en zien dat apothekers werk uit handen nemen. Apothekers krijgen ook meer vertrouwen en ruimte van huisartsen. Bij sommige consulten vraagt de apotheker niet meer aan de huisarts wat hij ervan vindt als deze patiënt overstapt op een andere medicatie, de huisarts geeft het kader, vertrouwen en ruimte om dat zelfstandig te doen. Apothekers krijgen nu wel de specialist aan de lijn als ze bellen vanuit de huisartsenpraktijk. Of de huisarts vraag als hij een oncoloog heeft gesproken over medicatie of de apotheker even wil terugbellen: dit gaat hem boven de pet. Huisartsen zijn dus enthousiast en zijn op zoek naar financiering om de apothekers te houden.”
Waarom is medicatiebeoordeling zo wel succesvol?
“Dat komt door de intensieve samenwerking tussen apotheker, huisarts, assistenten en praktijkondersteuner. Je spreekt elkaars taal, ontmoet elkaar bij formele bijeenkomst en bij de koffie en loopt elkaars spreekkamer in. Ook maak je werkafspraken en werken de twee zorgprofessionals in een en hetzelfde patiëntendossier. Bovendien werken we allemaal onder een directie. Die bepaalt uiteindelijk de richting en wij weten wat er van ons wordt verwacht. Huisartsen en apothekers hebben zo een gemeenschappelijk doel: we richten ons uitsluitend op de patiënt.”
Hoe ervaart de patiënt de apotheker zonder drop?
“Patiënten zijn enthousiast. Spreek ik als apotheker een patiënt vanuit de huisartsenpraktijk, dan gaat het gesprek veel meer over de zorgvraag van de patiënt. Dat is ook de verwachting van de patiënt. Hij wil zich gehoord voelen en geeft vertrouwen aan de apotheker. Het gaat in die gesprekken dan ook niet over het preferentiebeleid, de kleur doosjes, wachttijden en bijbetalen.”
U kaapt het werk van de openbare apotheker weg.
“Dat is onzin. De openbare apotheker en de apotheker bij de huisarts vullen elkaar aan. Sterker nog, we hebben elkaar nodig. De openbare apotheek zorgt voor de aflevering en bewaakt de veiligheid, controleert de dosering en checkt op interacties en contra-indicaties, en geeft voorlichting. En daar hoort ook een zorgaspect bij dat de openbare apotheek met apothekersassistenten prima kan leveren. De apotheker in de huisartsenpraktijk staat borg voor de beste keuze van het geneesmiddel, de effectiviteit, de juiste dosering, het gebruik en de veiligheid. Zo vul je elkaar dus aan.”
Het onderzoek kost geld. Wat levert het op?
“We zitten nog in de onderzoeksfase. Ons doel is de behandeling met geneesmiddelen te optimaliseren en zo schade door geneesmiddelen te voorkomen en daarmee de zorgkosten, in de tweede lijn te verminderen. Als patiënten langer in de eerste lijn blijven, dan gaat het geld ook naar de eerste lijn. Bovendien zijn apothekers goedkoper dan bijvoorbeeld een klinisch geriater in het ziekenhuis.”
Hoe reageren de apothekers op dit initiatief?
“Veranderingen in de zorg zijn langzaam te realiseren. De zittende orde van apothekers voelt zich bedreigt. De oplei-dingen zijn er nog niet klaar voor. De KNMP heeft het plan nog niet omarmd. Huisartsen die alles in eigen hand willen houden zijn tegen taakherschikking en de komst van grotere huisartspraktijken, met of zonder apotheker. Er is dus zeker tegenwind. Maar ik heb ook de wind mee. Veel apothekers die zorg willen leveren zijn enthousiast. Er wordt stevig geïnvesteerd in de ouderzorg en in de eerste lijn. Ook verandert de financiering van de huisarts. Praktijken voor 10.000 patiënten zijn straks eerder regel dan uitzondering. Voordeel is ook dat het salaris van apothekers in dienst lager ligt dan dat van huisartsen. Denk ook aan de populatiebekostiging. Maar het is een weg van de lange adem.”
Waar staat de apotheker zonder drop over tien jaar?
“Dan is de opleiding tot clinical pharmacist een nieuw specialisme. In stedelijke gebieden hebben huisartsenpraktijken een apotheker in dienst. Misschien gaat de shift wel sneller. De komst van de praktijkondersteuner GGZ in de huisarts was immers ook in een aantal jaren geregeld.”
Het consult in de praktijk
“De apothekers spreken dagelijks tussen de tien tot vijftien patiënten. Het gaat om patiënten met polyfarmacie. Veel gebruikers waar vanuit de openbare apotheek maar weinig overleg mee is. De apothekers maken meestal zelf een selectie wie ze willen spreken. Ook gaat het om ontslagmedicatie uit het ziekenhuis. Patiënten die uit het ziekenhuis vertrekken zijn na twee dagen in paniek. Ze krijgen verschillende doosjes, weten niet meer wat ze moeten nemen. De apotheker gaat binnen een week na ontslag op visite. Ook krijgen we verwijzingen van de huisarts of de praktijkondersteuner. Een patiënt met chronische pijn die verschillende medicatie krijgt. Of wij daar een keer naar kunnen kijken.”
Achmea financiert
Het pilotproject vanuit VWS wordt gefinancierd met geld van ZonMw. Achmea ondersteunt het onderzoek naar de rol van de apotheker in de huisartsenpraktijk. De financiering van het salaris van de apothekers komt op naam van de zorgverzekeraar. Achmea draagt in totaal 700.000 euro bij. De proef duurt uiteindelijk drie jaar.
Tekst: Niels van Haarlem
Fotografie: Frank Groeliken