Welk beeld hebben de politieke partijen van de openbare farmacie in Nederland? FarmaMagazine zet in een aantal edities steeds twee partijen en hun visies naast elkaar. In deze editie Henk Krol van 50PLUS, die pleit voor het behoud van de kleine apotheek. En Reinette Klever van de PVV, die geen meerwaarde ziet in het Bogin-alternatief voor het preferentiebeleid.
Wat is de meerwaarde van de openbare apotheek? Voor Reniette Klever van de PVV is dit een uitgemaakte zaak. “Dat is zorg verlenen, interacties bewaken en bijwerkingen monitoren”, zegt ze. “De grote meerwaarde van de apotheken is dat ze een cruciale rol spelen in het verantwoord omgaan met geneesmiddelen. Ze hebben hierin een meer verantwoordelijke rol gekregen dan in het verleden en die komt nog niet helemaal uit de verf.”
Coördineren en signaleren
Ook Henk Krol van 50PLUS is in zijn opvattingen over de meerwaarde van de openbare apotheek sterk op de inhoud van het werk gericht. Hij zegt: “Wij vinden dat de openbare apotheker een spilfunctie moet vervullen in de zorg. Zeker als sprake is van meer voorschrijvers – wat bij ouderen, die vaak meerdere aandoeningen hebben, natuurlijk vaak het geval is – is hij degene die het overzicht heeft en die alle wisselwerkingen tussen de voorgeschreven geneesmiddelen kan bepalen. Die voorschrijvers weten zelf lang niet altijd van elkaar wat ze de patiënt voorschrijven. De apotheker is dus voor ons vooral iemand die vragen kan beantwoorden, kan coördineren en kan signaleren. En hij moet waar mogelijk degene zijn die de herhaalmedicatie regelt. Natuurlijk moet dit altijd gebeuren bij akkoord vooraf van een arts. De vraag zou dan ook via internet of e-mail kunnen worden gedaan. Dit gebeurt gelukkig al steeds vaker, maar het zou overal moeten kunnen.”
Net als Klever zegt ook Krol dat de inhoudelijke rol die beiden als belangrijkste meerwaarde van de apotheker zien nog niet volledig uit de verf is gekomen. “Ik weet niet of het heel veel waarde heeft om aan te wijzen wiens ‘schuld’ dat is”, zegt Krol. “Het ligt in ieder geval zeker niet altijd aan de apotheker, hij wordt gewoon onvoldoende voor de inhoudelijke kanten van het vak gecontracteerd. Dat zou echter wel de standaard moeten zijn.”
Extra zorg inkopen
Klever kijkt met de nodige scepsis naar de situatie waarin de openbare apotheken de laatste jaren terechtgekomen zijn. “De marktwerking heeft de openbare farmacie tot nu toe weinig opgeleverd”, zegt ze. “De prijzen zijn niet transparant, als patiënt ben je onvoldoende in staat om vergelijkingen te maken waarop je je keuzes kunt baseren. Het preferentiebeleid is in principe wel goed, het is een ontwikkeling die zeker moet worden doorgezet omdat die zorgkosten bespaart waardoor de verzekeringspremie minder hard stijgt. Keerzijde is echter dat de zorgverzekeraars het laten afweten als het erop aan komt extra zorg in te kopen bij de apothekers, zoals de medicijncheck bij ouderen of patiënten die meer dan vijf geneesmiddelen gebruiken.”
Met dit laatste punt is Krol het volledig eens. “De zorgverzekeraars zouden moeten worden verplicht de zorgprestaties van de openbare apotheek, zoals een medicijnbeoordeling bij ouderen, te contracteren”, zegt hij. “Het preferentiebeleid is een goed middel om de kosten naar beneden te brengen, maar het moet niet doorschieten.”
Zorg en distributie
In de vorige editie van dit tijdschrift pleitte Henk van Gerven (SP) ervoor de zorg en de distributie van elkaar te scheiden. Zowel Klever als Krol zijn van mening dat dit geen goed idee is. “Wij zijn daar niet voor”, zegt Klever. “Zorg en distributie horen in één hand te gaan en gezamenlijk te worden geleverd, anders ontstaat versnippering. De ter hand stelling en de uitleg over inname en bijwerkingen en ook de controle horen allemaal bij elkaar.” Krol voegt hieraan toe dat de apotheken dan ook wel voor deze volledige dienstverlening moeten worden gehonoreerd.
En het alternatief van Bogin voor het preferentiebeleid: het gemiddelde van alle generieke middelen vergoeden en de patiënt laten bijbetalen voor alle geneesmiddelen die boven dit gemiddelde zitten? “Het is op zich een interessante gedachte”, zegt Krol, “maar wij zijn bang dat het de prikkel wegneemt om zo kosteneffectief mogelijk geneesmiddelen te verstrekken.” Klever ziet het plan om precies dezelfde reden niet zitten. Ze zegt: “Met een gemiddelde van de prijzen van alle generieke geneesmiddelen zou de prijs ten opzichte van wat nu wordt betaald direct omhoog gaan. Bovendien: wie garandeert ons dat die gemiddelde prijzen niet eveneens jaarlijks omhoog gaan? Nu zet een generieke fabrikant in om de laagst mogelijke prijs te behalen zodat zijn middel als generiek wordt toegewezen door de zorgverzekeraars. Dit is het mechanisme dat de prijsdaling in gang heeft gezet en dat de nu gerealiseerde miljoenenbesparing oplevert. Een systeem dat op gemiddelden gebaseerd is, haalt deze prikkel eruit. De overheid zal dit niet toestaan en de zorgverzekeraars moeten het niet willen.”
Grote fabriek
Beiden zien de openbare farmacie niet als een domein waarin in nieuwe bezuinigingsronden nog veel te halen valt. “We horen nu al dat het voor apothekers steeds moeilijk wordt om hun bedrijf overeind te houden”, zegt Krol als toelichting op dit standpunt. “Er valt dus niet zoveel meer te halen. En gebeurt dat toch, dan ben ik bang dat de kleine apotheek op de hoek verdwijnt en alleen grote apotheken overblijven die vooral als uitgiftepunt zullen gaan fungeren. In een kleine apotheek ken je als patiënt de apotheker en het team en voel je je dus vertrouwd om je vragen te stellen. In zo’n grote fabriek tref je steeds andere mensen aan de balie en gaat dus het persoonlijke contact verloren. En dat contact heeft – zeker voor onze doelgroep: de ouderen in onze samenleving – zoveel meerwaarde. Bovendien speelt het een rol in het uitoefenen van hun controlefunctie. Ik vind dat voldoende argumenten om de kleinere apotheek te willen behouden. Het gaat om de gezondheid van mensen tenslotte.” ❦
50Plus: Reëel testen
“We zijn vooralsnog een kleine en jonge partij en zijn nog aan het uitbouwen”, zegt Krol. Maar aandacht voor de farmacie heeft de partij zeker. Inmiddels zijn er ook kamervragen gesteld op het gebied van openbare farmacie. Hij vertelt: “We willen samenwerken met het Platform Nieuwe Zorg en de KNMP om de medicatieveiligheid te monitoren. Hierbij willen wij ons primair richten op ouderen, ook omdat zij vaak meerdere aandoeningen tegelijk hebben, en daarmee dus ook vaak meerdere medicijnen gebruiken. We gaan op locatie kijken wat er gebeurt, bijvoorbeeld in de apotheek of in het ziekenhuis, en we willen reality-filmpjes plaatsen op onze eigen site en de site van het platform. Dit zijn we nu aan het voorbereiden.” Een persoonlijke ergernis heeft Krol ook. “Ik stoor mij aan het feit dat alle nieuwe geneesmiddelen alleen worden getest op jonge gezonde mensen”, zegt hij. “Bij de belangrijkste doelgroep, ouderen, kunnen ze een heel andere werking hebben. Er zijn voldoende ouderen die zich willen aanmelden als vrijwilligers voor geneesmiddelenonderzoek. Vooral voor een veel voorkomende ziekte als kanker zou het enorme meerwaarde hebben om hiervan gebruik te maken. Ik begrijp niet dat hiervoor niet meer aandacht bestaat.”
PVV: Verspilling tegengaan
De PVV trekt zich de berichtgeving in de media waarin wordt gemeld dat mensen uit kostenoverwegingen afzien van zorg en daarom onder andere hun geneesmiddelen niet afhalen bij de apotheek. “Ik zou graag onderzocht willen hebben welke redenen hieraan precies ten grondslag liggen”, zegt Klever, “en ik heb in het laatste debat over geneesmiddelen met de minister ook om dergelijk onderzoek gevraagd. Het kan toch niet zo zijn dat in een land als Nederland mensen hun geneesmiddelen niet slikken omdat ze die niet kunnen betalen, dat zouden wij echt schokkend vinden. De minister stelt zich echter op het standpunt dat therapietrouw primair een aangelegenheid is van de arts, de apotheker en de patiënt. Dat is ons te kort door de bocht. Wij vinden dat de regering hierin ook een verantwoordelijkheid heeft, als blijkt dat door het overheidsbeleid mensen niet langer de juiste zorg kunnen betalen. Geneesmiddelen zijn in principe een goedkope behandeling om mensen beter te maken, goedkoper dan ziekenhuisopnamen. Dit betekent dat de zorg uiteindelijk alleen maar duurder kan worden als de toegang tot geneesmiddelen in gevaar komt. Dat moeten we voorkomen.”
Tekst: Frank van Wijck